Hoofdstuk 3 de tijd van Grieken en Romeinen Het Romeinse rijk

1.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

1.

Slide 1 - Slide

De Grieken zijn het voorbeeld voor de Romeinen
Ze nemen tempels, goden en bestuur over. Ook nemen de Romeinen vaak een Griekse slaaf, als leraar voor hun kinderen. Zo worden de kinderen opgevoed in de Griekse traditie.

    750 v. Chr. Rome is een monarchie = een koning regeert.

   500 v. Chr. Rome wordt een republiek = land met een gekozen bestuur.
                         - Het bestuur is de Senaat = vergadering van rijke mannen.
                         - De hoogste senatoren heetten consuls er zijn er twee en hebben de
                            leiding over de senaat.
                         - Het Romeinse rijk groeit en wordt een Imperium = wereldrijk.
     30 v. Chr. Julius Ceasar wordt dictator = alleenheerser.
                          - Senatoren willen dit niet en vermoorden hem er breekt burgeroorlog = oorlog 
                             tussen de  eigen bevolking van een land, uit.
                          - Augustus = de Verhevene wint deze burgeroorlog wordt keizer.
                            keizer = zelfde als koning maar dan van een heel groot rijk.
    30 v. Chr. Rome is een keizerrijk en er heerst vrede gedurende 200 jaar =
                         Pax Romana = De Vrede van ongeveer 200 jaar tijdens het Romeinse rijk
                           in heel het rijk.
   476 n. Chr. Einde west Romeinse rijk.



2.

Slide 2 - Slide

Maak de vragen die hieronder staan vermeld. 
1. Lees de tekst van par. 3.1. in Learnbeat (M1fH1f)-
- van Stadstaat tot wereldrijk.
2. Maak  samenvattingsopdracht C.
3. maak de vragen van opdrachten B.  1 tot en met 9 .
3.

Slide 3 - Slide

1

Slide 4 - Video

00:00
Wat zijn de grootste verschillen in de voorbereidingen en manier van vechten tussen de Germanen en de Romeinen?
.4.
A
De Germanen hebben geen wapens de Romeinen wel
B
De Germanen hebben geen echte strategie en tactiek, de Romeinen wel
C
De Germanen hebben geen generaals en aanvoerders de Romeinen wel
D
De Germanen vechten niet dapper en zijn bang, de Romeinen niet.

Slide 5 - Quiz

Het Romeinse rijk bestond van 750 voor Christus tot c.a. 500 na Christus..
Welke drie periodes kun je onderscheiden, als je kijkt hoe het rijk werd bestuurd?

5.
A
De tijd van Boeren De tijd van Grieken en de tijd van Romeinen
B
De Koningstijd De Keizertijd Het Imperium
C
De koningstijd de republiek De keizertijd
D
De republiek Het Imperium de Pax Romana

Slide 6 - Quiz

Tijdens de tijd van de Republiek was de leiding van het Romeinse rijk in handen van
6.
A
twee consuls
B
vier generaals
C
het senaat
D
een keizer

Slide 7 - Quiz

6.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Je hebt nu het filmpje gezien. Welk machtig Germaans volk werd uiteindelijk de bondgenoot van de Romeinen in ons land?
8.
A
Asterixen en de Obelixen
B
De Bataven
C
De Friezen
D
De Tubanten

Slide 10 - Quiz

Midden in ons land liep de Noordgrens van het Romeinse rijk.
Hoe heette die grens, welke rivier vormde de grens en Welke steden ontstonden toen aan die grens. (Noem er drie)
9.

Slide 11 - Open question

10.
Romanisering

Slide 12 - Mind map

Opdrachten over "Leven aan de Noordgrens = 
ook Par. 3.2. Van Learnbeat.
1. Bekijk het filmpje over de limes in dia 7.
2. Beantwoordt dan de onderstaande vragen in een word 
    document (geschiedenismap--> Romeinen):
   a. Waarom was  rivier de Rijn belangrijk voor de Romeinen?
   b. Welke veranderingen brachten de Romeinen mee voor de       Germanen (Bataven). - Noem twee gebruiksvoorwerpen,
     -  noem twee zaken die  met wonen, 2 met eten en 2 met           handel te maken hebben, 
C. Waarom "Romaniseerden" zoveel Germanen  en waren er  weinig opstanden tegen de Romeinen denk je?
                         Learnbeat opdrachten:
D. Mavo/Havoleerlingen;  Maak par. 3.2. De samenvattings-opdracht C.
E. HAVO leerlingen;  maak van par. 3.2.   E. Havo opdrachten. 
De Limes 
11

Slide 13 - Slide

12.
Par. 3.3 Het Christendom

Slide 14 - Slide

33 na Chr. "De Romeinse gouverneur Pilatus vraagt het volk van Jeruzalem of Jezus moet sterven..."
13
Opdrachten Learnbeat par. 3.3. "het Christendom".
1. Lees Dia 12. in Lesson up. en 
    In Learnbeat par. 3.3. F. Theorie punt 2 Jezus van 
     Nazareth en 5. Verspreiding van het Christendom. 
2. Beantwoord onderstaande vragen:
 a. Uit welke oude godsdienst komt het Christendom  
     voort, wie  was de stichter van het Christendom en 
     hoe noemen we zijn volgelingen?
b. Waarom was het Christendom zo populair onder 
     vrouwen, arme  mensen en slaven?
 c. Waarom verspreidde het Christendom zich zo snel in 
     het Romeinse rijk.?
 d. De romeinen waren eerst boos op de Christenen 
     waarom?
 e. Wat is een bisschop, wat is een paus en woont waar?
 f.  De jaartallen 313 n. Chr. en 394 n. Chr. en de namen Constantijn en keizer Theodosius zijn heel belangrijk voor het Christendom in het Romeinse rijk. Leg uit waarom. (zoek desnoods op internet op...)
 G. Havoleerlingen maak de havo opdrachten E.

Slide 15 - Slide

Waarom hebben we een kerstboom tijdens Kerst. Veel Heidense gebruiken zijn na de "kerstening" blijven bestaan en kennen we zelfs tot op de dag van vandaag. in onze Christelijke Maatschappij                                                            14 

Slide 16 - Slide

Wat is verschil tussen Christendom en andere godsdiensten in Europa rond het jaar 100 n. Chr.
15.
A
Christendom is een monotheïstische godsdienst
B
Iedereen mag geloven in het christendom
C
Bij het Christendom zijn man en vrouw gelijk
D
Bij het Christendom zijn rijk en arm gelijk

Slide 17 - Quiz

Waarom werden christenen vervolgd in het Romeinse rijk
16.
A
Zij vernielden tempels van de Romeinen
B
Zij geloofden alleen in hun eigen god
C
Zij wilden de Romeinse goden niet accepteren
D
Zij werkten samen met de Germanen

Slide 18 - Quiz

Wat is een staatsgodsdienst?
17

Slide 19 - Open question

1


18
Theorie; par.3.5. Eind (west)Romeinse rijk=De grote Volksverhuizing

1. 250 n.Chr. --> Germaanse stammen komen steeds vaker het Romeinse rijk binnen (begin volksverhuizingen)
De Romeinen kunnen steeds moeilijker de Germanen buiten hun rijk houden.
- De Hunnen zorgen voor het begin van de Volksverhuizing. Vandalen,, door alle volken voor zich uit te jagen.
- De Vandalen plunderen Rome
2. 396 n.Chr. --> Het Romeinse rijk
wordt in twee delen gesplitst. = begin van het verval van het West Romeinse rijk.
 3. 476 n.Chr. --> Het West Romeinse rijk 
stopt. De laatste Romeinse keizer wordt 
afgezet. Het Frankische volk wordt de 
sterke en leidende macht in West- Europa. 

Slide 20 - Slide

2

Slide 21 - Video

01:32
Het West Romeinse rijk stopt in het jaar 476 n. Chr.
Welke gebeurtenis zorgt hiervoor?
Leg uit dat na deze gebeurtenis in het Westen een nieuwe periode aanbrak, maar in het Oosten van Europa niet.
20

Slide 22 - Open question

01:10
Waarom lukte het de Romeinen in het Westen van hun Rijk na 394 niet langer hun grenzen goed te bewaken
19
A
Het Romeinse rijk was zo groot geworden dat het niet meer te verdedigen was. n.
B
Het Romeinse rijk was gesplitst in Oost en West en het West Romeinse rijk was arm en kon geen soldaten werven,
C
Het Romeinse rijk was christelijk geworden en daardoor wilden de Romeinse soldaten niet meer vechten voor de Romeinse keizer.
D
Het Romeinse rijk was gesplitst in West en Oost. De Oost Romeinse keizer, wilde de keizer van Westen het niet helpen en daardoor overwonnen de Germaanse stammen het Westen.

Slide 23 - Quiz

Einde Romeinse tijd, De Middeleeuwen beginnen 

Slide 24 - Slide