Schizofrenie

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Schizofrenie komt vaker voor bij
A
Mannen
B
Vrouwen

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Schizofrenie kan alleen bij volwassenen voorkomen?
A
Feit
B
Fabel

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel mensen hebben er in Nederland schizofrenie???
A
50.000
B
100.000
C
150.000
D
200.000

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet je al over Schizofrenie?
A
NIETS!
B
ik heb cliënten met schizofrenie
C
ik heb vrienden met schizofrenie
D
ik heb zelf wel eens wanen of psychoses gehad

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Patiënten met schizofrenie zijn gevaarlijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Patiënt P. met schizofrenie heeft last van hallucinaties, wanen en verwardheid.
Hoe noem je dit bij schizofrenie
A
positieve symptomen
B
negatieve symptomen
C
weet ik niet

Slide 20 - Quiz

negatieve symptomen zijn het nergens interesse in hebben, zich terugtrekken uit de maatschappij
Welke soorten schizofrenie zijn er?
A
Paranoïde schizofrenie
B
Katatone schizofrenie
C
Gedesorganiseerde schizofrenie

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

De diagnose schizofrenie krijg je wanneer je
A
Een gevaar bent voor jezelf of je omgeving
B
Heel angstig bent
C
Psychotisch bent
D
Vaker of langdurig psychoses hebt

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Heeft schizofrenie te maken met prikkels ?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Iemand met schizofrenie kan geen psychose krijgen?
A
Feit
B
Fabel

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een oorzaak(en)van schizofrenie?

A
De gezinssituatie (nog in onderzoek)
B
Door verkeerd medicijn gebruik
C
Erfelijk
D
Geen van bovenstaande

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Is schizofrenie te genezen?
A
NEE
B
JA

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een kenmerk van schizofrenie
A
hallucinaties en wanen
B
overdreven vrolijk/euforisch
C
depressief
D
behoefte aan sociaal contact

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Is schizofrenie te behandelen en te genezen denk je?
A
Ja
B
Nee
C
Wel te behandelen, niet te genezen
D
Niet te behandelen, wel te genezen

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Schizofrenie is een .... stoornis
A
stemmings
B
psychotische
C
angst
D
eet

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een psychose en schizofrenie
A
Er is geen verschil
B
Psychose kan eenmalig zijn
C
Schizofrenie is chronisch
D
Schizofrenie is gespleten persoonlijkheid psychose niet.

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions