week 48

1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les devoirs
Faire (maken): Faire (maken): ....


Apprendre (leren): herhaal vocabulaire A+B WB p50 + Bloc D (ex 16b) WB p 32 Tip: oefen met verbuga/ slim stampenQuizlet (zie studiewijzer)

Slide 2 - Slide

Lesdoelen (Buts)
Herhaling: overhoren vocabulaire A+B (woorden/zinnen)
Je kunt vocabulaire A+B vertalen in het F-N/ N-F
Je kunt het Franse voorzetsel in/ naar toepassen
Bloc D: passé composé 
Je kunt de passé composé gebruiken
Je herkent de onregelmatige werkwoorden in de passé composé
Nieuw: Bloc E
je kunt de belangrijkste info uit een film begrijpen
je kent nationaliteiten en talen

Slide 3 - Slide

Le test
Overhoren HW vocabulaire A/B
herhaling Bloc D 

Slide 4 - Slide

il fait chaud
A
het is koud
B
het is warm

Slide 5 - Quiz

Vertaal: Avec mes parents

Slide 6 - Mind map

le départ
A
de vertraging
B
de landing
C
de aankomst
D
het vertrek

Slide 7 - Quiz

geweldig
A
difficile
B
alors
C
formidable
D
terrible

Slide 8 - Quiz

la fille

Slide 9 - Open question

Vertaal: il est au Canada

Slide 10 - Mind map

Wat betekent passé composé?

Slide 11 - Mind map

Tu regardé.
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quiz

FOUT...
Het is:
TU AS REGARDÉ

Slide 13 - Slide

Welke is juist?
Rick heeft gegeten =
A
Rick avez mangé
B
Rick a mangé

Slide 14 - Quiz

Nous avons cherché.
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quiz

Elles_________ (manger) avec sa soeur.
A
ai mangé
B
a mangé
C
avez manger
D
ont mangé

Slide 16 - Quiz

Je/J'
Nous
Il/elle/on
Vous
Ils/elles
Tu
as parlé
ont parlé
ai parlé
avez parlé
a parlé
avons parlé

Slide 17 - Drag question

Onregelmatige vormen
Enkele werkwoorden hebben een onregelmatige passé composé. Onregelmatige werkwoorden zijn bijvoorbeeld:

AVOIR                           ik heb gehad
FAIRE                           ik heb gedaan/ gemaakt
ÊTRE                            ik ben geweest

Slide 18 - Slide

Het wordt dus...
AVOIR ik heb gehad j’ai eu
FAIRE ik heb gedaan j’ai fait
ÊTRE ik ben geweest j’ai été

Let op! In het NL zeg je: ik ben geweest
In het Frans zeggen ze: ik heb geweest
Je suis été = FOUT! 

Slide 19 - Slide

En NIET!
AVOIRÉ

FAIRÉ

ÊTRÉ

Slide 20 - Slide

Passé composé Avoir
Ik heb gehad                                                              j’ai eu
Jij hebt gehad                                                           tu as eu
Hij/ zij heeft gehad                                                 il /elle a eu
Men heeft gehad                                                    on a eu
Wij hebben gehad                                                  nous avons eu
u heeft/ jullie hebben gehad                             vous avez eu
Zij hebben gehad                                                    ils/ elles ont eu

Slide 21 - Slide

WE gaan oefenen...
On va pratiquer...

Slide 22 - Slide


Le chien a eu une glace.
A
De hond heeft een ijsje.
B
De hond had een ijsje.
C
De hond heeft een ijsje gehad.
D
De hond gaat een ijsje eten

Slide 23 - Quiz

Hij heeft gemaakt
A
Il a fait
B
Il a fairé
C
Il est fait
D
Il avons fait

Slide 24 - Quiz


Nous ... ... (wij hebben gehad)
A
avons fait
B
avons eu
C
avons mangé
D
avons été

Slide 25 - Quiz

Koppel de voltooid deelwoorden aan het juiste werkwoord.
avoir
acheter
habiter
faire
être
oublier
été
habité
fait
oublié
eu
acheté

Slide 26 - Drag question

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Regarder: Bloc E
je kunt de belangrijkste info uit een film begrijpen
je kent nationaliteiten en talen


Slide 28 - Slide

Au travail! Aan het werk!
Heb je in je WB gewerkt, kijk je HW na!
Faire (maken): Bloc E ex 20 t/m 22
Apprendre (leren): herhaal voc A+B (woorden/zinnen) Bloc D
Ben je klaar? Dan ga je leren!

Oefen met schrijven/ slim stampen/ quizlet en verbuga


Slide 29 - Slide

Wat heb je deze les geleerd? Schrijf het op in het FA en NL

Slide 30 - Mind map

Les devoirs
Faire (maken): Bloc ex 18/19+  Bloc E ex 20 t/m 22 
HAVO: ook steropdrachten WB!
Apprendre (leren): herhaal voc A+B + Bloc D (alles!)

Oefen met schrijven/ slim stampen/ quizlet en verbuga


Slide 31 - Slide