Module 2 grammatica - les 9 en 10 leerdoelen evalueren

Mavo 3
Grammatica woordsoorten

persoonlijk(e) en/of bezittelijk(e) voornaamwoord(en)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Mavo 3
Grammatica woordsoorten

persoonlijk(e) en/of bezittelijk(e) voornaamwoord(en)

Slide 1 - Slide

Ik geef m'n fiets weg.


A
m'n = bzv
B
m'n = psv

Slide 2 - Quiz

Zij geeft haar laptop weg.
A
zij = bzv haar = bzv
B
zij = bzv haar = psv
C
zij = psv haar = bzv

Slide 3 - Quiz

Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Het regent erg hard.
A
Het = bzv
B
Het = psv
C
Het = lw

Slide 5 - Quiz

Ik geef de boodschap aan hem.
A
hem = bzv
B
hem = psv

Slide 6 - Quiz

Ik geef ons bosje sleutels weg.
A
ons = bzv
B
ons = psv

Slide 7 - Quiz

Het nieuws grijpt me erg aan.
A
me = psv
B
me =bzv

Slide 8 - Quiz

Jullie zijn hard aan het werk.
A
Jullie = psv
B
Jullie = bzv

Slide 9 - Quiz

U reed te hard en krijg van mij een bekeuring.
A
U = psv mij = bzv
B
U = bzv mij = psv
C
U = bzv mij = bzv
D
U = psv mij = psv

Slide 10 - Quiz

Die auto is eerst van ons geweest.
ons = een ......

Slide 11 - Open question

Een persoonlijk voornaamwoord kun je vervangen door een .....
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
telwoord

Slide 12 - Quiz

Een bezittelijk voornaamwoord staat vaak voor een ....
A
bijvoeglijk naamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
zelfstandig naamwoord

Slide 13 - Quiz