opdracht 1, 2, 4, 5, 6, (6c hoeft niet) en 10 van woorden 5.5 blz. 129-136
Kijk met het nakijkboek de opdrachten na.
Gebruik een andere kleur pen.
Klaar? Lees de leertekst op blz. 151 en maak opdr. 3, 5, 7, 8, 9
timer
10:00
Slide 4 - Slide
Grammatica 5.7 Woordsoorten
Nieuwe woordsoorten - persoonlijk voornaamwoord - bezittelijk voornaamwoord
Welke woordsoorten hebben we al eerder dit jaar geleerd? (vijf)
Slide 5 - Slide
Grammatica 5.7 Woordsoorten
Nieuwe woordsoorten - persoonlijk voornaamwoord - bezittelijk voornaamwoord
Welke woordsoorten hebben we al eerder dit jaar geleerd? (zie overzicht achterin je boek p. 180) - lidwoord - bijvoeglijk naamwoord - zelfstandig naamwoord
- werkwoord - voorzetsel
Slide 6 - Slide
Grammatica 5.7 Woordsoorten
Nieuwe woordsoorten - persoonlijk voornaamwoord - bezittelijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord: verwijst naar iets of iemand in het enkelvoud of meervoud.
Wat zijn hier de persoonlijk voornaamwoorden?
Ik ben mijn gymspullen vergeten, hoewel mijn moeder ze had klaargelegd.
Slide 7 - Slide
Grammatica 5.7 Woordsoorten
Nieuwe woordsoorten - persoonlijk voornaamwoord - bezittelijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord: verwijst naar iets of iemand in het enkelvoud of meervoud.
Wat zijn hier de persoonlijk voornaamwoorden?
Ik ben mijn gymspullen vergeten, hoewel mijn moeder ze had klaargelegd.
Slide 8 - Slide
Grammatica 5.7 Woordsoorten lees blz. 152
Nieuwe woordsoorten - persoonlijk voornaamwoord - bezittelijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord: kan een onderwerp zijn, maar ook bij een ander zinsdeel horen (zoals lijdend of meewerkend voorwerp). Vaak verandert het dan van vorm.
Gaat Erik ook naar dat feest? Ja hij gaat samen met mij. (fout: hij gaat samen met ik) Ja ik ga samen met hem. (fout: ik ga samen met hij)
Slide 9 - Slide
Grammatica 5.7 blz. 154
Bezittelijk voornaamwoord:
Ik ben mijn gymspullen vergeten, hoewel mijn moeder ze had klaargelegd.
Bezit aangeven:
Persoonlijk voornaamwoord na voorzetsel van: Gymspullen van mij. Bezittelijk voornaamwoord voor het zelfstandig naamwoord: Mijn gymspullen Mijn gewassen gymspullen (Er kan een bijvoeglijk nw tussen staan.)
Slide 10 - Slide
Grammatica 5.7 blz. 154
Bezittelijk voornaamwoord:
Ik ben mijn gymspullen vergeten, hoewel mijn moeder ze had klaargelegd.
Zie blz. 154 In je boek voor de tabel met alle voornaamwoorden. - persoonlijk (onderwerp) - persoonlijk (geen onderwerp) - bezittelijk
Slide 11 - Slide
Grammatica 5.7 oefenen
Maak opdracht 3, 5, 7, 8, 9 blz. 151-155
Waarover gaat de testweektoets? (60 min. 40x) Hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5: Lezen, woorden, grammatica, spelling Ga op tijd leren! We hebben weinig lessen om nog te herhalen!