oefentoets H3 krachten 3M en 3K

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k, t, mavo
• Leerjaar 3

oefentoets 3M en 3K

H3 krachten

Welk effect van een kracht zie je hier het beste?

1. Verandering van vorm van een voorwerp
2. De snelheid vergroten of verkleinen.
3. De richting van een beweging veranderen.

Opdracht :Sleep de soort kracht naar de passende afbeelding.

wrijvingskracht

veerkracht

zwaartekracht

elektrostatische kracht

spierkracht

Aangrijpingspunt

Grootte van de kracht

richting

Een kogel aan een touw.

Sleep de krachten naar de juiste plek:

Spankracht

Veerkracht

Zwaartekracht

Sarah hangt een zak aardappelen aan een krachtmeter. Er zijn in de figuur twee krachten weergegeven.

Kies de juiste symbolen.

De kracht die omhoog is gericht, is de             .

De kracht die omlaag is gericht, is de               .

F_v

F_n

F_span

F_z

Symbool voor kracht

Symbool voor massa

Eenheid voor kracht

Eenheid voor gewicht

Eenheid voor massa

m

kg

F

N

N

1

2

3

Sleep het blokje 'grootste kracht' naar de juiste vector.

Let op dat je blokje 1 in blok 1 zet etc.

1: grootste kracht.

2: grootste kracht.

3: grootste kracht.

Er staat en schaal fruit op tafel. Er zijn in de figuur twee krachten weergegeven.

Kies de juiste symbolen.

De kracht die omhoog is gericht, is de             .

De kracht die omlaag is gericht, is de               .

F_v

F_n

F_span

F_z

Teken de kracht van de man op de piano.

Teken de kracht van de zak op de haak

Teken de kracht van de haak op de zak.

Een halfvolle fles heeft een massa van 600 gram.
Bereken de zwaartekracht op de fles.

Een persoon heeft een zwaartekracht van 560 Newton. Bereken de massa

Welke 2 krachten maken evenwicht bij een zak aardappelen die aan een krachtmeter hangt?

1. normaalkracht
2. veerkracht
3. zwaartekracht
4. spankracht

Welke 2 krachten maken evenwicht bij een kist die aan een touw hangt?

1. normaalkracht
2. veerkracht
3. zwaartekracht
4. spankracht

Welke 2 krachten maken evenwicht bij een fruitschaal die op tafel staat?

1. normaalkracht
2. veerkracht
3. zwaartekracht
4. spankracht

Als krachten evenwicht maken, is de nettokracht

Je wil een kracht van 300N tekenen. De krachtenschaal is 1cm = 60N
Hoe lang moet de pijl zijn?

1. 3 cm
2. 4 cm
3. 5 cm
4. 6 cm

Hoe groot is de zwaartekracht op een paard van 120 kg?

1. 12 N
2. 12 kg
3. 1200 N
4. 1200 kg

Je wilt een kracht tekenen van 30 N.
De schaal is 1 cm = 5N
Hoelang wordt de pijl?

1. 5 cm
2. 30 cm
3. 150 cm
4. 6 cm

Je moet een kracht tekenen met een grootte van 600 N.

Welke krachtenschaal is het handigst?

1. 1 cm ≙ 0,1 N
2. 1 cm ≙ 1 N
3. 1 cm ≙ 10 N
4. 1 cm ≙ 100 N

Kracht A is 250N en Kracht B is 400N.
Wat is de resultante kracht als beide krachten in dezelfde richting werken?

1. 150 N
2. 650 N
3. -150 N
4. -650 N