(origineel) P1 H1 Lichaam en uiterlijk

H1
Lichaam en uiterlijk
1 / 52
next
Slide 1: Slide
GezondheidskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

H1
Lichaam en uiterlijk

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat ga je leren bij het vak GK?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Welke orgaanstelsel wordt gevormd door de spieren en het skelet?
A
ademhalingsstelsel
B
bewegingsstelsel
C
hart en bloedvatenstelsel
D
zenuwstelsel

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Cytologie

Kenmerken cel:
- cytos = cel; logos = kennis, leer
- andere functies: spiercel, zenuwcel, botcel
- andere vorm

Vorm + functie = gekoppeld


Slide 15 - Slide

Cytologie
Celmembraan
Celkern
Celplasma

Slide 16 - Slide

Cytologie - celplasma
In cel: Protoplasma
Protoplasma =
water met daarin o.a.
- zouten
- eiwitten
- koolhydraten
- vetten

Slide 17 - Slide

Cytologie - celplasma
Opbouw en groei van cel:

  • vocht
  • mineralen
  • eiwitten

Slide 18 - Slide

Cytologie - celmembraan
  • buitenkant cel
  • semipermeabel
  • regeling opname stoffen uit 
celomgeving

Slide 19 - Slide

Cytologie - celkern
= nucleus
protoplasma in kern = kernplasma
protoplasma buiten kern = celplasma

In kernplasma: kernlichaampjes en chromosomen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Chromosomen
in cel kern
46 chromosomen
In chromosomen : genen
Genen = erfelijke deeltjes

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Erfelijkheid
erfelijke factoren opgeslagen in de genen
genen  in chromosomen

genetica = erfelijkheidsleer: onderzoekt eigenschappen genen

geslachtshormonen bepalen                                    of

Slide 26 - Slide

Erfelijkheid
Bevruchting:
zaadcel (23 chr) + eicel (23 chr) = embryo (46 chr)

Geslachtscellen vrouw:              +                = twee X-chromosomen

Geslachtscellen man:                  +               = één X + één Y                                                                                                            chromosoom

Slide 27 - Slide

Erfelijkheid
Geslacht kind bepaald door vader

Dominante gen = sterke gen
Recessieve gen = zwakke gen

Het dominante gen bepaalt overdracht bepaalde eigenschappen zoals: kleur ogen, haarkleur enzovoort

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Spierweefsel
Skeletspieren
Hartspier 
Gladde spieren

Functie: beweging mogelijk maken

Slide 40 - Slide

Zenuwweefsel
Hersenen
Ruggenmerg

Functie: 
gecontroleerde bewegingen mogelijk maken
prikkelverwerking

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Bekijk eerst de video Huid van JufDaniëlle!

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide