2.1.2 en 2.1.3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

H2: Nederland als industriële samenleving

1815-1990

Wat gaan we doen?

• Check in
• Uitleg: Het leven verandert
• Aan de slag!
• Nabespreken

Toets over 2.1 t/m 2.3

• Wanneer: woensdag 21 december
• Wat? hoofdstuk 2 paragraaf 1 t/m 3
• Hoe? Kennistoets; leer de begrippen en je aantekeningen.
• De toets telt twee keer mee. 

Wegen, spoorwegen en rivieren zijn voorbeelden van...

1. Huisnijverheid
2. infrastructuur
3. industrialisering

In Gennep was de spoorweg een .... voor de industrialisatie

1. oorzaak
2. gevolg

Wat gaan we doen?

• Check in
• Uitleg: Het leven verandert
• Aan de slag!
• Nabespreken

Het leven verandert

• Voor de industrialisering werkten mensen voor zichzelf
• Door industrialisering gaan mensen voor een fabrieksbaas werken

Bouw je eigen fabriek!

Wat zou jij doen als fabriekseigenaar?

DOEL: zo veel mogelijk geld verdienen

Je hebt winst gemaakt! Waar investeer je in?

1. Betere machines
2. Gezondere werkplek voor arbeiders
3. Betere arbeiders
4. Entertainment voor de arbeiders

Een arbeider is gewond geraakt in de fabriek. Wat doe je?

1. Doorbetalen tot hij beter is
2. Niet betalen
3. Ontslaan en een nieuwe arbeider aannemen
4. De fabriek verbeteren

De handel gaat slecht. Waar bezuinig je op?

1. Productie van goederen
2. Eigen inkomen
3. Loon van arbeiders
4. Inkoop van steenkool

Help! De arbeiders komen in opstand. Wat doe je?

1. Meer loon geven tot ze verder werken
2. Allemaal ontslaan!
3. Ze leuker werk geven
4. Investeren in betere werkomstandigheden

Een man neemt zijn kind mee naar het werk. Wat doe je?

1. Ik laat het kind werken voor half het geld
2. Ik ontsla de man
3. Ik stuur het kind naar school
4. Ik laat het kind spelen

In de fabriek...

• waren de arbeidsomstandigheden slecht
• was het onveilig en slecht voor de gezondheid
•  waren arbeiders makkelijk te vervangen
  
• werkten kinderen

Aan de slag!

• Lees hoofdstuk 2 paragraaf 1 
• Maak bij hoofdstuk 2 paragraaf 1 alle opdrachten
• Klaar? Maak de test jezelf bij paragraaf 1