opzetbeurt (1’): de voorstanders
presenterende stelling en noemen hun argumenten;
opzetbeurt (1’): de tegenstanders verwerpen de stelling en noemen hun argumenten
verweerbeurt (1’): de voorstanders verweren zich tegen de tegenstanders;
verweerbeurt (1’): de tegenstanders verweren zich tegen de voorstanders
vrije ronde (1’): beide partijen kunnen vrij op elkaar reageren
slotbeurt (1’): tegenstanders richten zich tot de jury met samenvatting van argumenten;
slotbeurt (1’): voorstanders richten zich tot de jury met samenvatting van argumenten