Ga leren voor het pw chapitre 2
Wat moet je leren?
- Voca A + B + E + F (p.86-87) F-NL / NL-F
- Phrases-clés C + G (p.88) F-NL / NL-F
- Grammaire D ‘bepaald lidwoord met à/de’ + H ‘werkwoorden op -ir’ (p.89)
- Werkwoorden être, avoir, aller, faire, -er, -re