1 hmd H27H28

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

test

Morgen leid/leidt de treinstaking vast op veel scholen tot lege lokalen.

1. leid
2. leidt

Rijd/Rijdt je broer al lang op die opgevoerde brommer?

1. Rijd
2. Rijdt

Misschien word/wordt je wel eerste bij die talentenjacht.

1. word
2. wordt

De NS-omroepster melde/meldde een vertraging van vijf minuten.

1. melde
2. meldde

Zij dachten/dachtten dat wel even te regelen met de docent.

1. dachten
2. dachtten

Jerry (branden) zijn vingers gisteren.

1. brande
2. brandde
3. brandden
4. branden

(vinden) je deze les ook zo leuk?

1. vin
2. vint
3. vindt
4. vind

Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling

1. besteden
2. besteede
3. besteedden
4. besteeden

Ik ben benieuwd hoe lang hij het uithou....

1. uithoud
2. uithout
3. uithoudt

Wor... je nog opgenomen in de selectie van het eerste elftal?

1. Word
2. Wort
3. Wordt

Beantwoor.... hij de post altijd zo laat?

1. Beantwoorde
2. Beantwoordde
3. Beantwoordden

Vin... je leraar het goed dat je met je iPhone speelt tijdens de les?

1. Vind
2. Vint
3. Vindt

Sjaan (verhuizen) morgen.
Job is gisteren (verhuizen).

1. Sjaan verhuisT morgen. Job is verhuisT.
2. Sjaan verhuisD morgen. Job is verhuisD.
3. Sjaan verhuisT morgen. Job is verhuisD.

(Mopperen) en (huilen) kwam de voetballer de kleedkamer in.

1. Mopperent en huilend
2. Mopperend en huilent
3. Mopperend en huilend

Wat is het voltooid deelwoord?

(sturen) Ik heb gisteren een bestand naar mijn leraar ...

1. gestuurt
2. gestuurd

Wat is het onvoltooid deelwoord?

(huilen) .... liep Jos naar huis.

1. huilen
2. huilent
3. huilend
4. gehuild

Noteer het voltooid deelwoord:
Weet jij wat daar is (gebeuren)?

Noteer het voltooid deelwoord:
Ik heb de hele avond (dansen)

Noteer het voltooid deelwoord:
De appel wordt in stukjes (snijden)

Noteer het voltooid deelwoord:
Onze parkiet is (wegvliegen)

antwoorden H28 opdracht 1

a gegaan

b gespeld

c geplonsd

d gezocht

e gedoofd

f gelanterfant

antwoorden H28 opdracht 2

a uitgenodigd

b rondgezworven

c beleefd

d ontmoet

e meegemaakt

f gevingerverfd 

antwoorden H28 opdracht 3

a gebeurt

b voltooid

c beïnvloedt

d belooft

e verstuurd

f bewaart

Aan de slag!

Maak opdracht 6,7,8 blz. 116