1 hmd H27H28

klas 1 - 11 maart
Goedemorgen! Vandaag gaan we het volgende doen:
  • Even herhalen : persoonsvorm tt en vt
  • huiswerk nakijken: opdracht 5,7 en 8
  • instructie H28 voltooid en onvoltooid deelwoord
  • aan de slag opdracht 1,2,3 blz. 115
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

klas 1 - 11 maart
Goedemorgen! Vandaag gaan we het volgende doen:
  • Even herhalen : persoonsvorm tt en vt
  • huiswerk nakijken: opdracht 5,7 en 8
  • instructie H28 voltooid en onvoltooid deelwoord
  • aan de slag opdracht 1,2,3 blz. 115

Slide 1 - Slide

Morgen leid/leidt de treinstaking vast op veel scholen tot lege lokalen.
A
leid
B
leidt

Slide 2 - Quiz

Rijd/Rijdt je broer al lang op die opgevoerde brommer?
A
Rijd
B
Rijdt

Slide 3 - Quiz

Misschien word/wordt je wel eerste bij die talentenjacht.
A
word
B
wordt

Slide 4 - Quiz

De NS-omroepster melde/meldde een vertraging van vijf minuten.
A
melde
B
meldde

Slide 5 - Quiz

Zij dachten/dachtten dat wel even te regelen met de docent.
A
dachten
B
dachtten

Slide 6 - Quiz


Jerry (branden) zijn vingers gisteren.
A
brande
B
brandde
C
brandden
D
branden

Slide 7 - Quiz


(vinden) je deze les ook zo leuk?
A
vin
B
vint
C
vindt
D
vind

Slide 8 - Quiz


Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 9 - Quiz

Ik ben benieuwd hoe lang hij het uithou....
A
uithoud
B
uithout
C
uithoudt

Slide 10 - Quiz

Wor... je nog opgenomen in de selectie van het eerste elftal?
A
Word
B
Wort
C
Wordt

Slide 11 - Quiz

Beantwoor.... hij de post altijd zo laat?
A
Beantwoorde
B
Beantwoordde
C
Beantwoordden

Slide 12 - Quiz

Vin... je leraar het goed dat je met je iPhone speelt tijdens de les?
A
Vind
B
Vint
C
Vindt

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Sjaan (verhuizen) morgen.
Job is gisteren (verhuizen).
A
Sjaan verhuisT morgen. Job is verhuisT.
B
Sjaan verhuisD morgen. Job is verhuisD.
C
Sjaan verhuisT morgen. Job is verhuisD.

Slide 22 - Quiz

(Mopperen) en (huilen) kwam de voetballer de kleedkamer in.
A
Mopperent en huilend
B
Mopperend en huilent
C
Mopperend en huilend

Slide 23 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord?

(sturen) Ik heb gisteren een bestand naar mijn leraar ...
A
gestuurt
B
gestuurd

Slide 24 - Quiz

Wat is het onvoltooid deelwoord?

(huilen) .... liep Jos naar huis.
A
huilen
B
huilent
C
huilend
D
gehuild

Slide 25 - Quiz

Noteer het voltooid deelwoord:
Weet jij wat daar is (gebeuren)?

Slide 26 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord:
Ik heb de hele avond (dansen)

Slide 27 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord:
De appel wordt in stukjes (snijden)

Slide 28 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord:
Onze parkiet is (wegvliegen)

Slide 29 - Open question

Aan de slag!
Maak opdracht 1,2 3  op blz. 115

Slide 30 - Slide

antwoorden H28 opdracht 1
a gegaan
b gespeld
c geplonsd
d gezocht
e gedoofd
f gelanterfant

Slide 31 - Slide

antwoorden H28 opdracht 2
a uitgenodigd
b rondgezworven
c beleefd
d ontmoet
e meegemaakt
f gevingerverfd 

Slide 32 - Slide

antwoorden H28 opdracht 3
a gebeurt
b voltooid
c beïnvloedt
d belooft
e verstuurd
f bewaart

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Aan de slag!

Maak opdracht 6,7,8 blz. 116

Slide 38 - Slide