Lezen 5 Compaen

Lezen 5 - BK3
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen 5 - BK3

Slide 1 - Slide

De afkorting voor asielzoekerscentrum is:
A
ac
B
acz
C
azc
D
caz

Slide 2 - Quiz

Wat is een feit?
A
Het is momenteel 12 graden celsius
B
Ik vind het koud buiten
C
Ik houd van de kou
D
Ik hoop dat het lang herfst blijft

Slide 3 - Quiz

Wanneer is iets een feit?
A
Als één iemand het zegt
B
Als de bron bekend is
C
Als het te controleren is
D
Als er fouten in staan

Slide 4 - Quiz

Wat is een mening?
A
Als het te controleren is
B
Als iemand iets ergens van vindt
C
Als iemand uitlegt waarom diegene dat vindt
D
Als de bron bekend is

Slide 5 - Quiz

Wat is een mening?
A
Een artikel uit een krant
B
Een nieuwsitem op NOS.nl
C
Een persoonlijke blog
D
Een wetenschappelijk onderbouwd document

Slide 6 - Quiz

Wat is de bron van een tekst?
A
Degene die de tekst heeft geschreven
B
Degene die de tekst leest
C
De inleiding van een tekst
D
Degene die de tekst gebruikt

Slide 7 - Quiz

Waar vind je de bron van een tekst meestal?
A
In de inleiding
B
In de kern
C
In het titel
D
In het gedeelte onder de tekst

Slide 8 - Quiz

Als je iets niet goed snapt, dan kan je inloggen bij Blink. Onder welk kopje vind je dan de informatie?
A
Toolbox
B
Blinkotheek

Slide 9 - Quiz

Noteer de vijf bronnen die in Nederland meestal betrouwbaar zijn (tip: zoek in Les 4):

Slide 10 - Open question

Wat is spelregel 1 van discussiëren en debatteren?

Slide 11 - Open question

Welke zes personen gaven hun mening in de documentaire 'Rot op naar je eigen land!'?

Slide 12 - Open question

Wat staat er boven woordkennis in de leesmotor?

Slide 13 - Open question

Wat zijn de zeven domeinen van de lessen Nederlands (tip: Les 5, opd. 7)?

Slide 14 - Open question

Wat is de bron van de tekst 'Syrische vluchteling opent winkel in Maarheeze' op blz. 49+50?

Slide 15 - Open question

Wat is spelregel 4 van discussiëren en debatteren?

Slide 16 - Open question

Noem twee van de vier punten die je volgens Blink in Les 4 gaat doen:

Slide 17 - Open question

de hoofdgedachte
het onderwerp
Als je in één zin of maximaal twee zinnen beschrijft waar de tekst over gaat, dan heb je...
Als je in één of een paar woorden beschrijft waar de tekst over gaat, dan heb je... 

Slide 18 - Drag question

Tekstgeraamte
Zinnen en alinea's
personen en dingen
Met signaalwoorden kun je verbanden leggen tussen:
Met verwijswoorden kun je verwijzen naar:
Als je van een tekst alleen de afbeeldingen, titel en tussenkopjes, de bron etc. ziet, wat ligt er dan voor je?

Slide 19 - Drag question

Ik vond dit nuttig:
Eens
Ik weet het niet
Oneens

Slide 20 - Poll

Ik ben blij dat het bijna weekend is:
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll