De voltooide tijd

  • Wat staat er op de afbeelding?
  • In welke tijd staat het werkwoord 'koken'? 
  • Welk hulpwerkwoord staat er voor het voltooid deelwoord?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

  • Wat staat er op de afbeelding?
  • In welke tijd staat het werkwoord 'koken'? 
  • Welk hulpwerkwoord staat er voor het voltooid deelwoord?

Slide 1 - Slide

De voltooide tijd
Leerdoel: Ik kan de voltooide tijd in het Duits maken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

ich 
habe
gespielt
du
hast
gespielt
er/sie es
hat
gespielt
wir
haben
gespielt
ihr
habt
gespielt
sie/Sie
haben
gespielt
Het werkwoord 'spielen' in de voltooide tijd

Slide 5 - Slide

Hoe maak je het voltooid deelwoord in het Duits?

Slide 6 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van 'spielen'
A
spielt
B
gespielt
C
spielen
D
gespielen

Slide 7 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van 'wohnen'?
A
gewohnen
B
wohnt
C
gewohn
D
gewohnt

Slide 8 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van 'arbeiten'?
A
gearbeit
B
gearbeitt
C
gearbeitet
D
arbeitet

Slide 9 - Quiz

Vertaal: Ik heb gekookt
A
ich habe koche
B
ich habe gekocht
C
ich gekocht
D
ich habe kocht

Slide 10 - Quiz

Vertaal: Hij heeft gegamed
(gamen = zocken)
A
Er hat gezockt
B
Er habe gezockt
C
Er gezockt
D
Er hat gezockent

Slide 11 - Quiz

Vertaal: Wij hebben gepraat
(praten = reden)
A
wir haben geredt
B
wir reden
C
wir habt geredet
D
wir haben geredet

Slide 12 - Quiz

Vul in: Die Kinder ..... heute ..... (spielen)
A
hast gespielt
B
haben gespielt
C
spielen
D
hat gespielt

Slide 13 - Quiz

Vul in: Mein Vater .... den ganzen Tag ....
(arbeiten)
A
haben arbeiten
B
hat gearbeitet
C
hat arbeiten
D
hast gearbeitet

Slide 14 - Quiz

An die Arbeit!
Maak het werkblad dat je in de les uitgedeeld krijgt.

Als je klaar bent, laat je het de docent zien. Bij akkoord mag je iets voor jezelf doen. 

Slide 15 - Slide