This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Wat gaan we vandaag doen?
Definitie quiz
Filmpje: Radioactief verval
Bezig aan het huiswerk
Slide 1 - Slide
Verandering van een instabiele atoomkern. Dit kan gebeuren op drie manieren: alfaverval, bètaverval en gammaverval.
Slide 2 - Slide
radioactief verval
Verandering van een instabiele atoomkern. Dit kan gebeuren op drie manieren: alfaverval, bètaverval en gammaverval.
Slide 3 - Slide
Vorm van radioactief verval, waarbij een alfadeeltje uit de kern wegvliegt.
Slide 4 - Slide
alfaverval
Vorm van radioactief verval, waarbij een alfadeeltje uit de kern wegvliegt.
Slide 5 - Slide
alfadeeltje
Deeltje dat dezelfde samenstelling als een heliumkern: twee neutronen en twee protonen. Het wordt bij radioactief verval door de instabiele kern uitgezonden.
Slide 6 - Slide
Vorm van radioactief verval, waarbij een neutron in de atoomkern spontaan verandert in een proton en een elektron. Vervolgens wordt het elektron uitgestoten uit de kern.
Slide 7 - Slide
bètaverval
Vorm van radioactief verval, waarbij een neutron in de atoomkern spontaan verandert in een proton en een elektron. Vervolgens wordt het elektron uitgestoten uit de kern.
Slide 8 - Slide
Straling die moleculen kapot kan maken.
Slide 9 - Slide
ioniserende straling
Straling die moleculen kapot kan maken.
Slide 10 - Slide
Alternatieve verschijningsvorm van een element, dat wordt veroorzaakt door een ander aantal neutronen in de kern.
Slide 11 - Slide
isotoop
Alternatieve verschijningsvorm van een element, dat wordt veroorzaakt door een ander aantal neutronen in de kern.
Slide 12 - Slide
Vorm van radioactief verval, waarbij de kern gammastraling uitzendt om energie kwijt te raken. Ontstaat vaak na alfa- of bètaverval.
Slide 13 - Slide
gammaverval
Vorm van radioactief verval, waarbij de kern gammastraling uitzendt om energie kwijt te raken. Ontstaat vaak na alfa- of bètaverval.