H6 Intro

Hoofdstuk 5: Nederland Handelsland
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1
Hoofdstuk 6: Welvaart wereldwijd?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 5: Nederland Handelsland
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1
Hoofdstuk 6: Welvaart wereldwijd?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je onderstaande begrippen uitleggen, benoemen:

  •  Gebonden hulp
  • Inkomen per hoofd van de bevolking
  • Noodhulp
  • Ontwikkelingslanden
  • Ontwikkelingssamenwerking
  • Structurele hulo
  • Vicieuze cirkel
LEERDOELEN

Slide 2 - Slide

OP de website van Tony Chocolonely staat: Met onze rekenen willen we op smakelijke wijze duidelijk maken dat de inkomsten in de chocoladewereld ongelijk verdeeld zijn. Hoe kun je dit aan de chocoladereep zelf zien?

Slide 3 - Slide

Tony Chocoloney probeert als eerste chocoladerepen te produceren die 100% slaafvrij zijn. Leg uit wat bedoeld wordt met een chocoladereep die 100% slaafvrij is?

Slide 4 - Open question

Een reep tony chocoloney is €2,65 voor 180 gram
Een A-merk reep is €1,59 voor 130 gram.

Hoeveel euro is de reep van TC duurder dan een A-merk chocoladereep.
Let op bereken ze allebei naar hetzelfde gewicht (bijvoorbeeld 100 gram)

Slide 5 - Open question

Gebonden hulp
Inkomen per hoofd van de bevolking 
Noodhulp
Ontwikkelingslanden
Structurele hulp
De oorzaak van het ene probleem is een gevol van een ander probleem. Met hulp van buitenaf kan het worden doorbroken.
Landen met een grote economische achterstand op rijke westerse landen
Hulp in noodsituaties, zoals geven van voedsel, medicijnen. Met als doel op korte termijn de mensen te laten overleven
Vicieuze cirkel
Hulp aan ontwikkelingslanden om de oorzaken van armoede te bestrijven en de landen economisch zelfstandig te maken. Deze hulp is gericht op lange termijn
Hulp aan een ontwikkelingsland waarbij voorwaarden aan die hulp gesteld worden
Het gemiddelde inkoper per inwonter van een land

Slide 6 - Drag question

Welvaart wereldwijd?
Er zijn nog grote verschillen tussen rijke westerse landen en ontwikkelingslanden

Vooral in Azie Afrika en Midden-Amerika vind je veel landen waar het inkopen per hoofd van de bevolking laag is. 

Inkomen per hoofd = het gemiddelde inkomen per inwoner van een land

Een laag inkomen per inwoner zegt niet alles over de welvaart in een land, daarvoor moet je ook weten hoe de inkomens verdeeld zijn en hoe hoog de prijzen van de producten daar zijn.

Slide 7 - Slide

Ontwikkelingslanden
Kenmerken van ontwikkelingslanden:
- Slechte gezondheidszorg
- Gebrek aan scholing
- Veel werkloosheid
- Snelle bevolkingsgroei
- Ondervoeding
- Analfabetisme
- Afhankelijk van 1 sector
- Beperkte technologische ontwikkelingen

- Laag inkomens per hoofd van de bevolking

Slide 8 - Slide

Vicieuze cirkel

Slide 9 - Slide

Vicieuze cirkel
De oorzaak van het ene probleem is een gevolg van een ander probleem. Met hulp van buitenaf kan een vicieuze cirkel doorbroken worden.

Slide 10 - Slide

bij rampen of andere noodsituaties is noodhulp nodig om de bevolking meteen te helpen

Voedsel drinkwater medicijnen tenten 
Noodhulp

Slide 11 - Slide

Met structurele hulp kan een land op lange termijn welvarender worden. Zo kan een land zich met goed onderwijs en modernere machines economisch ontwikkelen
Structurele hulp

Slide 12 - Slide

Noem een voorbeeld van noodhulp
Noem een voorbeeld van structurele hulp

Slide 13 - Open question

Nederland doet aan ontwikkelingssamenwerking.

Soms in de vorm van giften, maar ook het verstrekken van leningen tegen gunstige voorwaarden hoort daarbij.
Ontwikkelingssamenwerking

Slide 14 - Slide

De overheid geeft ook geld aan hulporganisaties, zoals artsen zonder grenzen en Oxfam Novib. 

In de VN is afgesproken dat alle rijke industrielanden een bepaald percentage (0,7) van hun bruto binnenlands product (bbp) uitgeven aan ontwikkelingssamenwerking.
Ontwikkelingssamenwerking

Slide 15 - Slide



Hulp aan een ontwikkelingsland waarbij voorwaarde aan die hulp gesteld worden.
Gebonden hulp

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Wat: Maken INTRO H6
Wie: Individueel
Hoe: Stilte (mits je een vraag hebt)
Vraag?: Stel hem eerst aan je buurman/buurvrouw
Tijd: 15 minuten

Klaar: Vraag mij voor de volgende opdracht

Slide 17 - Slide