T4 BS3 en 4 - evolutie en allelfrequentie

De evolutietheorie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De evolutietheorie

Slide 1 - Slide

Vandaag
Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de neodarwinistische evolutietheorie inhoudt.
  • Je kunt manieren van reproductieve isolatie beschrijven.


Slide 2 - Slide

Evolutietheorieën
Creationisme:
  • de aarde en organismen zijn geschapen
  • sommige organen te ingewikkeld om  door evolutie te zijn ontstaan --> intelligente schepper
Lamarck (1744-1829):
  • eigenschappen veranderen tijdens leven individu
  • veranderde eigenschap wordt doorgegeven
  • Milieufactoren kunnen genexpressie beïnvloeden
Darwin (1809-1882):
  • On the origin of species (1859) --> evolutietheorie
Gregor mendel (1822-1884)
DNA bevat alle erfelijke eigenschappen
  • Voor het eerst ontdekt in 1871
  • Structuur pas ontdekt in 1953

Slide 3 - Slide

De neodarwinistische evolutietheorie

De evolutietheorie verklaart hoe de erfelijke eigenschappen van populaties kunnen veranderen en hoe nieuwe soorten kunnen ontstaan.

Een geleidelijke verandering van een soort komt dus tot stand door:
  1. Genetische variatie: door recombinatie (meiose en geslachtelijke voortplanting) en mutaties.
  2. Natuurlijke selectie = organismen met gunstige eigenschappen hebben grotere overlevingskans.
  3. Voortplanting, waarbij de gunstige eigenschappen aan nakomelingen worden doorgegeven


Slide 4 - Slide

Evolutie in 3 stappen
1. Mutaties bij de voorouders van giraffen 
veroorzaakt een variatie in de neklengte.
2. Een giraf met een iets langere nek kan dan in het voordeel zijn, doordat hij meer kan eten als er alleen hoog aan de bomen nog bladeren groeien. Bij concurrentie om voedsel heeft hij een grotere overlevingskans.
3. Door het doorgeven van de gunstige eigenschappen aan hun nakomelingen, kunnen de huidige giraffen met lange hals zijn ontstaan

Slide 5 - Slide

Evolutie
Selectiedruk = invloed van milieufactoren op genetische variatie.
  • lager --> overleving voor iedereen makkelijker
  • hoger --> minder variatie

Fitness = voortplanting geschiktheid doordat het organisme het beste is aangepast.
Fitness is afhankelijk van het milieu.

Adaptatie = aanpassing

Slide 6 - Slide

Evolutie: verandering van genotypenfrequenties en allelfrequenties in een populatie

Slide 7 - Slide

Soort
Soort:
individuen kunnen onderling voortplanten (op natuurlijke wijze) en zo vruchtbare nakomelingen krijgen.

Slide 8 - Slide

Populatie

Slide 9 - Slide

Ontstaan van soorten
Reproductieve isolatie (= er kan geen reproductie nodig):
  • ruimte
  • tijd
  • gedrag
  • uiterlijk



    Slide 10 - Slide

    Aan de slag!
    Wat:
    Basisstof 3: maak opdracht 30 t/m 41
    Hulp nodig:
    BINAS/boek of vraag om hulp
    Uitkomst:
    we bespreken de (moeilijke) vragen met elkaar
    Klaar?
    Lees basisstof 4
    Basisstof 4: maak opdracht 51 t/m 62
    Aan de slag!
    timer
    20:00

    Slide 11 - Slide

    Door evolutie
    A
    Past een populatie zich op de lange termijn aan op het milieu
    B
    Kan een individu zich direct aanpassen aan het milieu

    Slide 12 - Quiz

    Wat heb je niet nodig voor evolutie?
    A
    verandering van het milieu
    B
    natuurlijke selectie
    C
    al deze antwoorden zijn nodig voor evolutie
    D
    genetische variatie

    Slide 13 - Quiz

    Waar staat 'fitness' voor bij evolutie?
    A
    hoe goed je kan overleven
    B
    hoe fit je bent
    C
    hoeveel nakomelingen je maakt
    D
    hoe sterk je bent

    Slide 14 - Quiz

    Leerdoelen bs 4
    4.4.1 Je kunt beschrijven hoe de genetische eigenschappen van een populatie kunnen veranderen.

    Slide 15 - Slide

    Constante Allelfrequenties

    De verzameling van alle genen in een populatie -> genenpool

    Allelfrequentie geeft aan hoevaak een allel voorkomt

    geen selectiedruk
    Veranderende Allelfrequenties

    Seksuele selectie; partnerkeuze op basis van eigenschappen

    Slide 16 - Slide

    Aan de slag!
    Wat:
    Basisstof 3: maak opdracht 37 t/m 42
    Basisstof 4: maak opdracht 52 t/m 60
    Hulp nodig:
    BINAS/boek of vraag om hulp
    Uitkomst:
    we bespreken de (moeilijke) vragen met elkaar
    Klaar?
    Lees basisstof 4
    Basisstof 4: maak opdracht 52 t/m 60
    Aan de slag!
    timer
    20:00

    Slide 17 - Slide