Parler Unité 2 (1A, 7 février)

Zinnen maken + interview vragen
                    Bonjour!

   Aujourdhui c'est 7 février



Prends ton livre, cahier et stylo
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Zinnen maken + interview vragen
                    Bonjour!

   Aujourdhui c'est 7 février



Prends ton livre, cahier et stylo

Slide 1 - Slide

Zinnen maken + interview vragen
                    
                                   Programme:

1. J'ai quelques questions pour vous !
2. les dialogues
3. Zelfstandige opdracht
4. Parler : exercice 22A in duo’s, ook voor de klas !
5. Les devoirs

Le but du jour:
Je gaat vandaag over je familie en vrienden vertellen, 
vragen stellen en beantwoorden 

Slide 2 - Slide

Zinnen maken + interview vragen

Slide 3 - Slide

Zinnen maken + interview vragen
Dialogues, page 61: 

Lees mee en onderstreep moeilijke woorden
Waar gaan de dialoogen over ?


Lire + écouter

Slide 4 - Slide

Zinnen maken + interview vragen





Ik loop rond om huiswerk te controleren

Jullie checken in duo's exercice 21 : dus elkaars huiswerk

timer
5:00

Slide 5 - Slide

Zinnen maken + interview vragen
Exercice:

Schrijf twee zinnen over je familie of vrienden
vb :  Ma cousine est sympa

Attention:
1.  gebruik het werkwoord être en avoir: weten jullie nog? Zie page 37 en 53.
2. gebruik een bezittelijk voornaamwoord. Zie page 70
3. gebruik de geleerde woordjes. Zie page 68-70
4. gebruik minimaal 4 woorden

Prêt? Deel met je buur. Kloppen de zinnen? Kies samen de mooiste uit en deel met de klas.

timer
5:00

Slide 6 - Slide

Exercice 22
22A: Jullie gaan jullie klasgenoten/vrienden aan elkaar omschrijven. Gebruik ook het voorbeeldgesprek.


We gaan eerst het voorbeeld uitspreken.

Tip: gebruik de foto's bij exercice 17

Slide 7 - Slide

Exercice 22
22B: Qui est-ce ?
Je ziet de familie van Nathalie (en Filou). Kies een persoon uit de familie, en omschrijf hem/haar.
De ander raadt wie je bedoelt.

Bijvoorbeeld: C'est la mère de Sara. Qui est-ce?
C'est...

Slide 8 - Slide

Exercice 22
22B: Qui est-ce ?
Je ziet de familie van Nathalie (en Filou). Kies een persoon uit de familie, en omschrijf hem/haar.
De ander raadt wie je bedoelt.

Bijvoorbeeld: C'est la mère de Sara. Qui est-ce?
C'est...

Attention:

Aan het einde van de les nodig ik een aantal leerlingen uit om de opdracht voor te doen.

Slide 9 - Slide

Exercice 22
22B: Qui est-ce ?
Je ziet de familie van Nathalie (en Filou). Kies een persoon uit de familie, en omschrijf hem/haar.
De ander raadt wie je bedoelt.

Bijvoorbeeld: C'est la mère de Sara. Qui est-ce?
C'est...

Quoi?

-  Eerst 22A;
Avec qui?

In tweetallen.
Aide?

Als je hulp nodig hebt, steek je hand op. Ik loop rond.
Combien de temps?

But?

Oefenen met omschrijven van je familie/vrienden.
Prêt?

- Ga verder met exercice 22B.
Au travail !
timer
4:00

Slide 10 - Slide

22A
  • 22A: ik vraag 2 duo's om hun dialoog voor te doen

Slide 11 - Slide

Les devoirs
Praktische opdracht:

* stencil wordt uitgedeeld
* kies een foto van je gezin/familie (mag ook een plaatje zijn)
* je moet schrijven, dus niet op de computer
* inleveren 27 februari

Luister- en leestoets: 5 maart

Slide 12 - Slide