Rome groeide in enkele eeuwen uit van stad tot wereldrijk (imperium). Gebied: rond de Middellandse Zee, van Engeland tot het Midden-Oosten. Dit was niet gepland.
Belangrijke oorzaken waren:
- Veroveringen leverden status op voor bestuurders (triomftocht).
- Veroveringen leverden belastinginkomsten, landbouwgrond en slaven op.
- Romeinen waren hard voor ongehoorzame volken, maar mild voor bondgenoten en gehoorzame volken.
Belangrijke gevolgen waren:
- Contact met de Griekse cultuur, waarvan veel werd overgenomen.
- Generaals zoals Julius Caesar konden steeds sterker worden, waardoor burgeroorlogen ontstonden, de Republiek ten val kwam en Rome een keizerrijk werd.
- De bevolking van de veroverde gebieden, vooral in het westen, raakten geromaniseerd.
Het imperium kon niet altijd goed verdedigd worden, waardoor het in de derde eeuw zwakker werd, vooral in het westen.