2M - Water

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Paragraaf 3 - Water

Waar komt het vandaan en waar gaat het heen?

Lessonup

Presentatieprogramma 

waarin jullie actief mee kunnen doen!

Ga naar

ww.lessonup.app/code

Voer de code wwnzq in!

Wat gaan we behandelen?

- Waterkringloop

- Water, waterdamp en ijs

Volgende les:

- Soorten neerslag

Wat komt in je op bij...
Water!

Vormen van water

Water komt voor in drie vormen

Vast: IJs

Vloeibaar: Water

Gasvormig: Stoom

Smelten

Stollen/bevriezen

Verdampen

Condenseren

Zet de 6 blokken op de juiste plek!

Vast

Vloeibaar

Gas

Het ontstaan van wolken

- Door de zon wordt water opgewarmd

- Het water verdampt en stijgt de lucht in

- Op een bepaalde hoogte condenseert de waterdamp en vormt zo wolken

Korte kringloop

Bij de korte kringloop verdampt water uit de zee en valt de neerslag weer terug in zee.

Lange kringloop

Bij de lange kringloop waait de waterdamp/wolken richting land, waar het bijvoorbeeld als regen, sneeuw, ijzel en mist op aarde terechtkomt.

Beschrijf in je eigen woorden het verschil tussen de korte en de lange waterkringloop.

Invloed van de mens

- Door klimaatverandering smelten veel gletsjers. Het zoetwater dat hierin opgeslagen zat stroomt naar zee en wordt zout

Welke invloed heeft het bouwen van grote steden op de waterkringloop?

1. In steden verbruiken ze heel veel water, hierdoor wordt de kringloop verstoord
2. In steden is het kouder waardoor de verdamping stopt
3. Doordat riolen lekken komt er meer water in de grond
4. Regen kan niet meer in de grond trekken omdat alles bedekt is met gebouwen, tegels of asfalt

Verstening

Door de grote hoeveelheid tegels, asfalt en gebouwen kan water niet meer de grond in trekken

- Minder grondwater

- Grotere kans op overstroming

- Warmer

Hoe zouden we verstening
tegen kunnen gaan?
Kun je zelf wat doen?

Wat vinden jullie van dit soort interactieve lessen, vergeleken met een normale les?

😒🙁😐🙂😃

Denk je dat je de stof beter onthoud vergeleken met een normale les?

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag!

- Maak opdrachten 1 tot 3

- Gebruik je werkboek of de online methode

- Je hebt tot 5 minuten voor het einde van de les

- Je werkt in tweetallen

- Ben je klaar? Maak de opdracht 6b of de herhalingsopdrachten

- Heb je hulp nodig? Roep niet, steek je hand op!

Stil!

Stil overleggen