Annexeren: Het onder dwang innemen van een gebiedsdeel van een andere staat. Heet ook inlijven.
Gesloten grens: Grens die moeilijk te passeren is en vastligt. Heet ook harde grens.
Grens: Scheidingslijn.
Groepsidentiteit: Combinatie van opvallende kenmerken van een groep.
Harde grens: Grens die moeilijk te passeren is en vastligt. Heet ook gesloten grens.
Identiteit: Een combinatie van opvallende kenmerken.
Inlijven: Het onder dwang innemen van een gebiedsdeel van een andere staat. Heet ook annexeren.
Insluiten: Geaccepteerd worden in ene groep met een andere identiteit.
Kunstmatige grens: Grens die door mensen is bedacht.
Landgrens: Grens tussen landen.
Natuurlijke grens: Een kunstmatige grens die een natuurlijke terreinvorm volgt (zoals een rivier of een gebergte).
Open grens: Grens die makkelijk te passeren is en niet vastligt. Heet ook zachte grens.
Uitsluiten: Het niet accepteren van een persoon of een bevolkingsgroep door een groep met een andere identiteit.
Zachte grens: Grens die makkelijk te passeren is en niet vastligt. Heet ook open grens.