7.1 Verband tussen grenzen en identiteit

1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag leren?
In veel wijken zie je schuttingen tussen de tuinen. Is een schutting tussen twee tuinen een voorbeeld van een grens, denk je? En wat is een grens eigenlijk?

Leerdoel: Wat hebben grenzen en identiteit met elkaar te maken?

Slide 2 - Slide

Wat is een grens?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

De foto hiernaast een voorbeeld van;
A
Harde grens
B
Zachte grens
C
Kunstmatige grens
D
Natuurlijke grens

Slide 6 - Quiz

De foto hiernaast is een voorbeeld van:
A
Harde grens
B
Zachte grens
C
Kunstmatige grens
D
Natuurlijke grens

Slide 7 - Quiz

Verschillende soorten grenzen
Natuurlijke grenzen
NL
BE

Slide 8 - Slide

Verschillende soorten grenzen
Kunstmatige grenzen

Slide 9 - Slide

Verschillende soorten grenzen
Open/zachte grenzen                  Gesloten/harde grenzen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Grenzen veranderen, oude en nieuwe

Slide 12 - Slide

Verschuivende grenzen in Europa
Grenzen veranderen  
=> In Lviv (Oekraïne) en Wroclaw (Polen) zijn de gevolgen van allerlei grensverschuivingen sinds 1900 goed zichtbaar.  

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Identiteit
Je identiteit hangt niet altijd samen met een land of gebied

Slide 15 - Slide

Identiteit

Lokale identiteit

Regionale identiteit

Nationale identiteit

Europese identiteit



Slide 16 - Slide

Regionale Identiteit
Waar horen de vlaggen bij?

Slide 17 - Slide

Typisch Nederlands?

Slide 18 - Mind map

Nationale identiteit: het beeld dat buitenlanders hebben over Nederland: klompen, tulpen en molens.

Slide 19 - Slide

Welk gevaar schuilt er in mensen indelen in groepen?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

uitsluiting/ insluiting
  • uitsluiting: niet geaccepteerd worden in een groep. bijv: jou identiteit wijkt af
  • insluiting: gewoontes overnemen van een groep. je hoort er bij.

Slide 22 - Slide

Begrippen
Annexeren:                 Het onder dwang innemen van een gebiedsdeel van een andere staat. Heet ook inlijven.
Gesloten grens:           Grens die moeilijk te passeren is en vastligt. Heet ook harde grens.
Grens:                          Scheidingslijn.
Groepsidentiteit:         Combinatie van opvallende kenmerken van een groep.
Harde grens:               Grens die moeilijk te passeren is en vastligt. Heet ook gesloten grens.
Identiteit:                    Een combinatie van opvallende kenmerken.
Inlijven:                      Het onder dwang innemen van een gebiedsdeel van een andere staat. Heet ook annexeren.
Insluiten:                    Geaccepteerd worden in ene groep met een andere identiteit.
Kunstmatige grens:    Grens die door mensen is bedacht.
Landgrens:                 Grens tussen landen.
Natuurlijke grens:      Een kunstmatige grens die een natuurlijke terreinvorm volgt (zoals een rivier of een gebergte).
Open grens:                Grens die makkelijk te passeren is en niet vastligt. Heet ook zachte grens.
Uitsluiten:                   Het niet accepteren van een persoon of een bevolkingsgroep door een groep met een andere identiteit.
Zachte grens:              Grens die makkelijk te passeren is en niet vastligt. Heet ook open grens.

Slide 23 - Slide

Succescriteria
  • Je kunt uitleggen mensen grenzen bedenken.
  • Je kunt uitleggen hoe je grenzen trekt tussen gebieden op basis van verschillende kenmerken.
  • Je kunt bij een voorbeeld van een grens beschrijven om welk kenmerk van het gebied aan beide zijden van de grens het gaat.
  • Je kunt een voorbeeld herkennen van een natuurlijke grens en uitleggen waarom dit een natuurlijke grens is.
  • Je kunt een voorbeeld herkennen van een open grens en uitleggen waarom dit een open grens is.
  • Je kunt een voorbeeld herkennen van een gesloten grens en uitleggen waarom dit een gesloten grens is.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een open grens en een gesloten grens.
  • Je kunt twee voorbeelden geven van grenzen die verschuiven.
  • Je kunt uitleggen hoe je grenzen trekt tussen groepen mensen op basis van culturele en sociaal economische kenmerken.
  • Je kunt van een groep mensen met een eigen groepsidentiteit voorbeelden noemen van culturele of sociaal-economische kenmerken van die groep.
  • Je kunt 2 voorbeelden geven van een bevolkingsgroep in Nederland van wie de groepsidentiteit te maken heeft met het gebied waar de groep woont.
  • Je kunt uitleggen waarom (groeps)identiteit niet altijd iets te maken heeft met het gebied waar je woont.
  • Je kunt in een voorbeeld herkennen of je te maken hebt met insluiting of uitsluiting.

Slide 24 - Slide

Aan de slag
Je mag aan de slag met de opdrachten van §7.1 in Learnbeat

Slide 25 - Slide