V4_T3_BS2

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

T3 Genetica

BS 2

4V

16-01-2023

3.2 Genenparen

• herhaling begrippen: dominant - onvolledig dominant -  codominant - recessief - homozygoot - heterozygoot recombinatie - mutatie - intermediair fenotype
• opdracht: noteer bovenstaande begrippen onder elkaar en zet de betekenis erachter

Genetisch?

Gen, locus, allel

homozygoot - heterozygoot

homozygoot => gen met 2 dezelfde allelen (beide dominant of beide recessief) => notatie: AA of aa

wanneer je voor 2 verschillende genen homozygoot bent => AABB of aabb of AAbb of aaBB

heterozygoot => gen met 2 verschillende allelen (dominant + recessief) => notatie: Aa

wanneer je voor 2 verschillende genen heterozygoot bent => AaBb

wanneer je voor 4 verschillende genen heterozygoot bent => AaBbCcDd

Onvolledig dominant

X

Rood is niet voor 100% dominant, wit heeft een klein beetje (<50%) invloed

genetisch mozaïk

  intermediair

onvolledig dominant

notatie:

gen K

allelen w en r

codominant beide allelen zijn even sterk

intermediair fenotype

homozygoot dominant/ heterozygoot

recessief

GENOTYPE

FENOTYPE

Iemand heeft het volgende genotype: aaBbccDd
Welke eigenschappen zullen bij deze persoon in het fenotype zichtbaar zijn?

1. a, B, C en D
2. a, B, c en D
3. a, b, c en D
4. a, b, c en d

intermediair is een beschrijving van het

1. genotype
2. fenotype

Iemand met bloedgroep AB heeft een intermediair fenotype. De allelen A en B zijn dan

1. homozygoot
2. intermediair
3. onvolledig dominant
4. codominant

Twee mensen met golvend haar krijgen kinderen met stijl haar, met golvend haar en met krullend haar. Golvend haar is dan

1. homozygoot en dominant
2. heterozygoot en dominant
3. recessief
4. heterozygoot en intermediair

Huiswerk

• maak opdrachten  11-18