This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoe was jullie vakantie? Hebben jullie genoten?
Slide 1 - Mind map
Programma en doel
Proefwerk Fictie bespreken
Korte herhaling drogredenen en argumenten
Afsluiten
Doel: jullie kunnen drogredenen en argumenten herkennen.
Slide 2 - Slide
Proefwerk bespreken
Je hebt jouw eigen proefwerk via de mail ontvangen.
Kijk mee naar het proefwerk, ik noem de vragen en juiste antwoorden.
Vragen over jouw proefwerk? -> Mail terug.
Inhalers -> opdracht 4, Lezen blok 6
Slide 3 - Slide
Praten over de tekst
Slide 4 - Mind map
Niet spieken!
Wat zijn drogredenen ook alweer?
Slide 5 - Open question
Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk, omdat ik vind dat iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt.
A
Dit is een valide argument.
B
Dit is een onjuiste oorzaak-gevolg relatie.
C
Dit is een cirkelredenering.
D
Dit is het ontduiken van de bewijslast.
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Er moeten geen fietsers door de onderdoorgang van het Rijksmuseum gaan rijden. Met de aanleg van het vernieuwde Museumplein en met de toenemende stroom toeristen, economisch buitengewoon belangrijk voor Amsterdam en Nederland, is het laten concurreren van wandelaars en fietsers in de onderdoorgang grote onzin. Het leidt, zoals ook wel elders in de stad, alleen maar tot geschreeuw en bevestigt dus bij toeristen dat Nederlanders een nogal bot volkje vormen.
Wat is hier het standpunt?
Slide 10 - Open question
Er moeten geen fietsers door de onderdoorgang van het Rijksmuseum gaan rijden. Met de aanleg van het vernieuwde Museumplein en met de toenemende stroom toeristen, economisch buitengewoon belangrijk voor Amsterdam en Nederland, is het laten concurreren van wandelaars en fietsers in de onderdoorgang grote onzin. Het leidt, zoals ook wel elders in de stad, alleen maar tot geschreeuw en bevestigt dus bij toeristen dat Nederlanders een nogal bot volkje vormen.
Wat voor soort argument kun je herkennen?
Slide 11 - Open question
Wat zijn de verschillen in beide stukken argumentatie?
Hij vindt dat de baan naar mij moet gaan. Ik heb immers de meeste ervaring in wetenschappelijk onderzoek.
Bij TechNu ben ik immers tien jaar de leidinggevende geweest van verschillende onderzoeken.
Hij vindt dat de baan naar mij moet gaan. Ik heb immers de meeste ervaring in wetenschappelijk onderzoek.
Daarnaast heb ik wegens persoonlijke redenen een hoger salaris nodig. Door de ziekte van mijn zoontje verliezen we namelijk veel geld.
Slide 12 - Slide
Afsluiten
Huiswerk voor dinsdag: opdracht 4 van Lezen blok 6