Kapitel 2 les 1

1 / 14
next
Slide 1: Video
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Kapitel 2 Feierst du mit?

Slide 2 - Slide

Periode 2
 
Leestoets week 50 
Proefwerkweek week 3 en 4

Slide 3 - Slide

Was machen wir heute
- Einleitung in Kapitel 2
 Buch lesen
 Wiederholung
- Wörter
-  Grammatik

Slide 4 - Slide

Wiederholung
 Je krijgt deze periode aan het begin van elke les een lesoverhoring over de stof die je geleerd hebt voor huiswerk.
Dat is een woordenlijst en grammatica, voor volgende week is dat Wörterliste B en de werkwoorden haben en sein.
Als je 70% van de overhoring goed hebt krijg je een knipkaart, als de knipkaart vol is mag je wat uit de verrassingsdoos uitzoeken. 


Slide 5 - Slide

Hausaufgaben
Pak je agenda
Volgende week vrijdag 22 november:
Maken: Seite 52 Aufgabe 8 und 9 
Leren: Wörterliste B Seite 76 (het linkerrijtje) en de werkwoorden 
haben en sein (Seite 186)
.

 

Slide 6 - Slide

Buch lesen
1. Ich lese vor, Lies mit
Daarna schrijf je een korte samenvatting van het hoofdstuk
over wie gaat het
wat gebeurt er
waar vindt het plaats?


Slide 7 - Slide

Logo tv
Logo tv is het Duitse jeugdjournal
Luister mee na afloop van elk onderwerp geef je antwoord op de vraag. 
1. Stress. Wat zou kunnen helpen tegen stress?
2a. Anna Luisa en Albert hebben geluk, waarom?
2b. Wat zijn Gummistiefel?





Slide 8 - Slide

Wiederholung haben sein
Elke les herhalen we haben en sein,  en maken we een opdrachtje hiermee.
Even oefenen..........
Seite 52 Aufgabe 8 en 9 kijk even mee....
Klaar dan krijg je een extra werkblad, leg je kleurtjes klaar!

Slide 9 - Slide

De basisuitgangen tegenwoordige tijd
(fe)  e     st     t     en     t     en
      ich   du   er   wir   ihr   sie
                       sie                  Sie
                       es
                       =                      =
                       Peter              die Eltern
                       Lisa                 die Kinder
                       der Hund       Lisa und Peter
                       
     
uitleg

Slide 10 - Slide

De basisuitgangen tegenwoordige tijd
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
feesttenten
uitleg

Slide 11 - Slide

Hoe gebruik je de regel? 
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
1. Wat is de stam van het werkwoord?
2. Welk persoonlijk voornaamwoord staat in de zin?
3. Regel ''feesttenten'' toepassen.

Dus: werkwoord wohnen
Stam = ww - en wohn + uitgang
Wohnen: du ............ in Voorburg
het persoonlijk voornaamwoord is du
uitgang bij du is st dus : du wohnst in Voorburg

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Übung 7 Seite 50
We doen deze opdracht even samen................


Daarna verder met opdracht 9 Seite 51 en
opdracht 3 Seite 170

Slide 14 - Slide