Passé Composé: Regelmatige en Onregelmatige Werkwoorden

Passé Composé: Regelmatige en Onregelmatige Werkwoorden
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Passé Composé: Regelmatige en Onregelmatige Werkwoorden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je de passé composé toepassen op regelmatige en onregelmatige werkwoorden.

Slide 2 - Slide

Introduceer de lesdoelen en bespreek met de leerlingen wat ze verwachten te leren.
Wat weet je al over de passé composé?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Voorkennis Activeren
Wat weet je al over de passé composé? Schrijf 3 regelmatige en 3 onregelmatige werkwoorden op die je in de passé composé kunt gebruiken.

Slide 4 - Slide

Activeer de voorkennis van de leerlingen door ze te vragen wat ze al weten over de passé composé.
Wat weet je al over de passé composé? Schrijf 3 regelmatige en 3 onregelmatige werkwoorden op die je in de passé composé kunt gebruiken.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Wat is de Passé Composé ook alweer?
avoir of être + stam van de nous-vorm

Slide 6 - Slide

Geef een korte uitleg over wat de passé composé is en hoe het wordt gevormd.
Onregelmatige Werkwoorden
être
avoir
aller
faire

Slide 7 - Slide

Leg uit hoe onregelmatige werkwoorden worden vervoegd in de passé composé en geef enkele voorbeelden.
Controleren Begrippen
Wat is de passé composé? Hoe wordt het voltooid deelwoord gevormd bij regelmatige en onregelmatige werkwoorden?

Slide 8 - Slide

Controleer of de belangrijkste begrippen zijn overgekomen door deze vragen te stellen.
jij hebt gegeten:
tu ______ (manger)
A
as mangé
B
es mangé
C
es manger
D
est manger

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

jij hebt gekozen:
tu ______ (choisir)
A
as choisi
B
a choisi
C
est choisi
D
es choisi

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Ik ben geweest:
je ______ (être)
A
Je suis êtré
B
Je suis êté
C
J'ai été
D
J'ai être

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

jullie zijn gegaan:
vous ______ (aller)
A
êtes allée
B
êtes allé
C
êtes allés
D
êtes allées

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

wij hebben gemaakt:
nous ______ (faire)
A
avez fait
B
avons faité
C
sommes faits
D
avons fait

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

zij hebben gehad:
ils ______ (avoir)
A
avez ont
B
a eu
C
ont eu
D
ont avé

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Afsluiten en Vooruitblikken
Wat heb je vandaag geleerd? Wat wil je de volgende les leren over de passé composé?

Slide 15 - Slide

Vraag de leerlingen wat ze hebben geleerd en wat ze in de volgende les willen leren.
ga naar blooket.com en vul de code in, of scan de QR code in de hoek.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.