Alsare les 1 tot en met 4

• NT2
• MBO
• Studiejaar 3

Herhaling 

Hoe lang ben jij in Nederland?

1. Voor 3 jaar
2. In Rotterdam
3. 2 maanden
4. Ik weet het niet

Waar kom je ...

1. uit?
2. vandaar?
3. vandaan?
4. van?

Wat heb je nodig op school?

1. een pen, een boek, een deur
2. een raam, een docent, een schrift
3. Een pen, een boek, een docent
4. een telefoon, een boek, een schrift

Wat doet Maria?

1. Wat doen jullie?
2. Wat doet zij?
3. Wat doen zij?
4. Wat doet hij?

Ik ... Mustafa

1. naam
2. het
3. ben
4. is

Op jouw huis zit een ...

1. dak
2. balkon
3. tuin
4. keuken

In een badkamer hangt een ..

1. toilet
2. raam
3. handdoek
4. douche

Een gordijn hangt voor ...

1. de verwarming
2. de deur
3. het raam
4. donker

Ik bak. De pan staat op ...

1. de keuken
2. het fornuis
3. de koelkast
4. de oven

Ik zit .. mijn balkon

1. op
2. in
3. onder
4. naast

Op mijn tafel ligt ... pen
(beste antwoord)

1. het
2. een
3. de

Op mijn tafel liggen .. pennen
(beste antwoord)

1. een
2. het
3. -
4. de

Ik sta .. de douche

1. op
2. in
3. tussen
4. onder

ik zit ... de tafel.

1. in
2. op
3. aan
4. met

Het boek =

1. deze boek
2. die boek
3. dat boek
4. wat boek

Na mei komt

1. april
2. juli
3. maart
4. juni

Hoe laat is het?

1. Er is twee uur
2. twee uren
3. Het zijn twee uren
4. het is twee uur

12.04 uur

1. vier voor twaalf
2. 26 voor twaalf
3. 11 voor kwart
4. vier over twaalf

Ik droog mijn gezicht

1. op
2. onder
3. in
4. af

Boven mijn schouders zit mijn

1. been
2. vinger
3. nek
4. voet

Mijn tanden

1. scheren
2. wassen
3. poetsen
4. knippen

Mijn haar

1. scheren
2. wassen
3. poetsen
4. knippen

Het huis is van

1. mij
2. ik
3. mijn
4. me

Ruiken

1. mond
2. neus
3. oren
4. ogen

Ogen

1. proeven
2. voelen
3. poetsen
4. zien

Meervoud -en

meervoud -s

meervoud 's