week 2 - les 1

1 / 35
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Waarom werd er in NL ook al weer zoveel in deeltijd gewerkt?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wie zijn de mensen die tot de niet-actieven behoren?

Slide 13 - Open question

Dit is GEEN goede manier om de participatiegraad te vergroten:
A
de kinderopvang subsidiëren
B
deeltijdwerk makkelijker maken
C
lonen verhogen
D
AOW-leeftijd verlagen

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Het verschil tussen AOW en bedrijfspensioen is:

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Leidt de vergrijzing tot een daling of een stijging van de i/a-ratio?
A
Daling, want er zijn relatief minder actieven
B
Stijging, de ontvangers nemen toe
C
Daling, de actieven betalen voor meer inactieven
D
Stijging, de betalers nemen af

Slide 29 - Quiz

Wat gebeurt er met de i/a-ratio (stijgen, dalen of gelijk blijven) in de volgende situatie.

--> De uitkeringen worden verlaagd.
A
Stijgen
B
Dalen
C
Gelijk blijven

Slide 30 - Quiz

De i/a-ratio daalt van 80 naar 70. Zijn volksverzekeringen moeilijker te betalen?
A
Nee, alleen de werkenden betalen premies hiervoor
B
Ja, want de actieven betalen voor 70& ipv 80%
C
Ja, want tegenover 80 actieven staan 70 inactieven
D
Nee, de actieven betalen voor 70% ipv 80%

Slide 31 - Quiz

De participatiegraad bereken je door..
A
beroepsbevolking/ alle nederlanders x 100%
B
beroepsgeschikt/ beroepsbevolking x 100%
C
beroepsbevolking/ beroepsgeschikt x 100%
D
werkenden/ beroepsbevolking x 100%

Slide 32 - Quiz

Wanneer neemt de participatiegraad/deelnemingspercentage toe? (meerdere antwoorden goed)
A
Wanneer mensen meer deeltijd kunnen werken
B
Wanneer de pensioenleeftijd wordt verhoogd
C
Wanneer jongeren langer door studeren
D
Wanneer de pensioenleeftijd omlaag gaat

Slide 33 - Quiz

p/a-ratio = aantal werkzame personen / aantal voltijds arbeidsjaren dat wordt vervuld

-> Als meer mensen parttime gaan werken, dan gaat de p/a-ratio
A
omhoog
B
omlaag
C
niet veranderen

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide