T4 L6 verkoopgesprek

LEVEL 6
THEMA 4
Hoe voer je als retailmedewerker een goed verkoopgesprek? 
1 / 49
next
Slide 1: Slide
RetailSecundair onderwijs

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

LEVEL 6
THEMA 4
Hoe voer je als retailmedewerker een goed verkoopgesprek? 

Slide 1 - Slide

INTRO
1
OEFENING WINKELSTRAAT 

Slide 2 - Slide

Welke winkel trok jouw aandacht?

Slide 3 - Mind map

RE - EXPLORE 
1
FASE 1: ATTENTION/ AANDACHT - Trek de aandacht van de klant

Slide 4 - Slide

3

Slide 5 - Video

RE - EXPLORE 
1
Zullen volgende zinnen de aandacht trekken van de klant?

Slide 6 - Slide

Welke zin zal de aandacht trekken van de klant?
A
Waar kan ik u mee helpen?
B
Kunt u het gezochte product vinden?
C
Naar welk product bent u op zoek?
D
Hoe oud is uw hondje?

Slide 7 - Quiz

RE - EXPLORE 
1
FASE 2: INTEREST/ INTERESSE - Wek de interesse van de klant op. 

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Geef Jelle tips om zijn product beter te demonstreren.

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Video

Wat verliep er goed tijdens dit gesprek?

Slide 12 - Open question

Wat verliep er niet goed tijdens dit gesprek?

Slide 13 - Open question

Welke fasen hebben we al geleerd van het verkoopgesprek?

Slide 14 - Mind map

RE - EXPLORE 
1
FASE 3: DESIRE/ DRANG - Wek het verlangen van de klant op. 

Slide 15 - Slide

RE - EXPLORE 
1
FASE 4: ACTION/ ACTIE - Ga over tot actie

Slide 16 - Slide

Wanneer gaat de klant over tot actie?

Slide 17 - Mind map

RE - EXPLORE 
1
FASE 5: SATISFACTION/ TEVREDENHEID - Zorg dat de klant tevreden is. 

Slide 18 - Slide

RE - EXPLORE 
1
NU IS HET AAN JULLIE! 

Slide 19 - Slide

HERHALING

Slide 20 - Slide

FASE 1
FASE 2
FASE 3
FASE 4
FASE 5
Drang: Wek het verlangen op van de klant. 
Tevredenheid: Zorg dat de klant tevreden is. 
Aandacht: Trek de aandacht van de klant.
Interesse: Wek de interesse van de klant op.
Actie: Ga over tot actie! 

Slide 21 - Drag question

FASE 1: aandacht
FASE 2: interesse 
FASE 3: drang 
FASE 4: actie 
FASE 5: tevredenheid 
De klant keert terug naar jouw winkel.
Je argumenteert om de klant te overtuigen.
Je benadert de klant met een originele openingszin.
De klant gedraagt zich alsof het product al van hem is.
De klant vertrouwt je als verkoper.
Je wekt de interesse van de klant.
Je laat de klant het artikel proberen.
Je hebt oog voor koopsignalen.
De klant voelt zich goed bij zijn aankoop.
De klant is geïnteresseerd in garantie en de onderhoudsservice.
Je demonstreert het artikel.
Je geeft de klant een compliment.

Slide 22 - Drag question

HERHALING
ACTION 2

Bekijk het filmpje. Wat gaat er allemaal mis in dit verkoopgesprek? 

Slide 23 - Slide

02:20
Wat was de eerste tip?

Slide 24 - Mind map

02:45
Wat was de tweede tip?

Slide 25 - Mind map

03:21
Wat was de derde tip?

Slide 26 - Mind map

Wat ging er allemaal mis in dit verkoopgesprek?

Slide 27 - Mind map

EXPLORE 
2

Slide 28 - Slide

EXPLORE 
2

Slide 29 - Slide

EXPLORE 
2

Slide 30 - Slide

Oscar is in deze situatie de?
A
zender
B
ontvanger
C
boodschap
D
medium

Slide 31 - Quiz

Mevr. Corneillie is in deze situatie de?
A
zender
B
ontvanger
C
boodschap
D
medium

Slide 32 - Quiz

Wat is Oscar zijn boodschap?

Slide 33 - Mind map

Van welk medium maakt Oscar gebruik?

Slide 34 - Mind map

EXPLORE 
2

Slide 35 - Slide

EXPLORE 
2

Slide 36 - Slide

1

Slide 37 - Video

EXPLORE 
2

Slide 38 - Slide

Z= M= R=?
O= B=

Slide 39 - Open question

EXPLORE 
2

Slide 40 - Slide

Z= M= R=?
O= B=

Slide 41 - Open question

FASE 1
FASE 2
FASE 3
FASE 4
FASE 5
Drang: Wek het verlangen op van de klant. 
Tevredenheid: Zorg dat de klant tevreden is. 
Aandacht: Trek de aandacht van de klant.
Interesse: Wek de interesse van de klant op.
Actie: Ga over tot actie! 

Slide 42 - Drag question

FASE 1: aandacht
FASE 2: interesse 
FASE 3: drang 
FASE 4: actie 
FASE 5: tevredenheid 
De klant keert terug naar jouw winkel.
Je argumenteert om de klant te overtuigen.
Je benadert de klant met een originele openingszin.
De klant gedraagt zich alsof het product al van hem is.
De klant vertrouwt je als verkoper.
Je wekt de interesse van de klant.
Je laat de klant het artikel proberen.
Je hebt oog voor koopsignalen.
De klant voelt zich goed bij zijn aankoop.
De klant is geïnteresseerd in garantie en de onderhoudsservice.
Je demonstreert het artikel.
Je geeft de klant een compliment.

Slide 43 - Drag question

EXPLORE 
3

Slide 44 - Slide

FASE 1
FASE 2
FASE 3
FASE 4
FASE 5
Drang: Wek het verlangen op van de klant. 
Tevredenheid: Zorg dat de klant tevreden is. 
Aandacht: Trek de aandacht van de klant.
Interesse: Wek de interesse van de klant op.
Actie: Ga over tot actie! 

Slide 45 - Drag question

FASE 1: aandacht
FASE 2: interesse 
FASE 3: drang 
FASE 4: actie 
FASE 5: tevredenheid 
De klant keert terug naar jouw winkel.
Je argumenteert om de klant te overtuigen.
Je benadert de klant met een originele openingszin.
De klant gedraagt zich alsof het product al van hem is.
De klant vertrouwt je als verkoper.
Je wekt de interesse van de klant.
Je laat de klant het artikel proberen.
Je hebt oog voor koopsignalen.
De klant voelt zich goed bij zijn aankoop.
De klant is geïnteresseerd in garantie en de onderhoudsservice.
Je demonstreert het artikel.
Je geeft de klant een compliment.

Slide 46 - Drag question

00:26
Z= M= R=?
O= B=

Slide 47 - Open question

Gesproken tekst is
A
verbale communicatie
B
non-verbalen communicatie

Slide 48 - Quiz

Relatieklant
informatieklant
overtuigingsklant
Je maakt een gezellig praatje en luistert en lacht oprecht naar je klant. 
Je laat vooral zien dat je een expert bent in het product. 
Je geeft je eigen mening over het product. 
Je zorgt dat je in het gesprek alle voor- en nadelen benoemt. 
Je geeft eens een complimentje. 
Je neemt initiatief in het gesprek en reageert assertief op vragen. 
Je geeft veel informatie over het product, je slaat niets over. 

Slide 49 - Drag question