- Goederen zijn tastbare producten, voorwerpen die je aan kunt raken.
- Verbruiksgoederen verbruik je in korte tijd, daarna zijn ze op.
Bijvoorbeeld een broodje of flesje water.
- Gebruiksgoederen gaan langer mee.
Bijvoorbeeld een game of laptop, die gebruik je vaker.
- Diensten zijn niet-tastbare producten. Zo levert een
fietsenmaker een dienst als hij jouw kapotte fiets repareert.