Paragraaf 10.3/10.4/10.8: Ruggenmerg/Hersenen/Hersenaandoeningen

Welke zenuwcellen geleiden impulsen van het centraal zenuwstelsel naar de spieren?
A
Schakelcellen
B
Bewegings zenuwcellen
C
Gevoelszenuwen
D
Alle zenuwcellen
1 / 24
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welke zenuwcellen geleiden impulsen van het centraal zenuwstelsel naar de spieren?
A
Schakelcellen
B
Bewegings zenuwcellen
C
Gevoelszenuwen
D
Alle zenuwcellen

Slide 1 - Quiz

Welke zenuwcellen geleiden impulsen van het centraal zenuwstelsel naar de spieren?
A
Schakelcellen
B
Bewegings zenuwcellen
C
Gevoelszenuwen
D
Alle zenuwcellen

Slide 2 - Quiz

Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?
A
Grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam, ruggenmerg en zenuwen
B
Grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en het ruggenmerg
C
Grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam,
D
Ruggenmerg en zenuwen

Slide 3 - Quiz

Prikkels
impulsen
zintuig
spieren
centrale zenuwstelsel
impulsen

Slide 4 - Drag question

Paragraaf 10.3: Ruggenmerg

Slide 5 - Slide

Lesdoelen



3.1 Je kunt de delen van het ruggenmerg noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 6 - Slide

Wervelkanaal
  • Verbindt zenuwen met de hersenen

  • Ligt tussen de wervels in het wervelkanaal
  • Wervels beschermen het ruggenmerg

Slide 7 - Slide

Grijze vs witte stof
Grijze stof: cellichamen van schakelcellen en bewegingscellen

Witte stof: uitlopers van schakelcellen --> wit door isolerende laag

Zenuwknop: plek waar de cellichamen van gevoelszenuwen liggen (=verdikking net buiten ruggenmerg)

Slide 8 - Slide

10.4: Hersenen

Slide 9 - Slide

Lesdoelen

4.1 Je kunt de delen van de hersenen noemen met hun functies en kenmerken.

4.2 Je kunt de invloed van verdovende, stimulerende en bewustzijnsveranderende middelen op het zenuwstelsel beschrijven en de risico’s van het gebruik van verslavende middelen noemen.

Slide 10 - Slide

Hersenstam
Geleidt impulsen:
  1.  van het ruggenmerg naar de grote en de kleine hersenen, en omgekeerd
  2. die afkomstig zijn van zintuigen in hoofd en hals naar de grote en de kleine hersenen
  3. die afkomstig zijn van de grote en de kleine hersenen naar de spieren en klieren in hoofd en hals
Regeling hartslag, ademhaling, bloeddruk en temperatuur van het lichaam.

Slide 11 - Slide

Grijze vs witte stof (grote hersenen)

Grijze stof: cellichamen van schakelcellen van de hersenen (in hersenschors)

Witte stof: uitlopers van de schakelcellen (binnenste deel)


Slide 12 - Slide

De hersencentra
  • Grote hersenen komen veel impulsen van de zintuigen --> na verwerking prikkel pas bewust
  • Waarneming hangt af van de plek waar de impulsen in de hersenen aankomen
  • Cellichamen van schakelcellen liggen in groepen bij elkaar --> Hersencentra:
  • 1. Gevoelscentra --> ontvangen informatie van zintuigen
  • 2. Bewegingscentra --> sturen spieren of klieren aan



Kleine hersenen zorgen voor coördinatie van bewegingen

Slide 13 - Slide

Stoffen die het zenuwstelsel beïnvloeden (reactievermogen en/of waarnemingsvermogen):
  • medicijnen
  • drugs
Hoe deze stoffen werken:
  • verdovend (downers)
  • stimulerend, opwekkend (uppers)
  • bewustzijnsveranderend, hallucinerend (trippers)
Risico': verslaving en tolerantie:
  • lichamelijke afkankelijkheid
  • geestelijke afhankelijkheid

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Grote hersenen
Ruggenmerg
Hersenstam
Kleine hersenen

Slide 16 - Drag question

Paragraaf 10.8: Hersenaandoeningen

Slide 17 - Slide

Lesdoelen


8.1 Je kunt aangeven wat er aan de hand is bij enkele veelvoorkomende hersenaandoeningen.

Slide 18 - Slide

Wat gaan we doen?
We verdelen de klas in 3 groepen:

1. Dementie
2. Ziekte van Alzheimer
3. Ziekte van Parkinson

Slide 19 - Slide

Wat ga je doen in je groepje?
  • Bestudeer jullie onderwerp samen  (internet en boek)

  • Verzamel informatie over jullie hersenaandoening
- Wat zijn de symptomen?
- Wat zijn de gevolgen?

Oefen kort op je uitleg
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Uitwisselen!
Nummer 1,2 en 3 maken nieuwe groepjes
  • Ieder legt tussen 2-3 minuten zijn hersenaandoening uit

Bevraag elkaar en wissel door!
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Aan de slag!


Paragraaf 10.3: Opdracht 1 t/m 6
Paragraaf 10.4: Opdracht  1 t/m 7
Paragraaf 10.8: Opdracht 2 t/m 4

Opdrachten niet af --> Huiswerk










Slide 22 - Slide

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?



Slide 23 - Slide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 24 - Slide