Belang van een goede observatie

Belang van een goede observatie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Toegepaste gedragswetenschappenSecundair onderwijs

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Belang van een goede observatie

Slide 1 - Slide

  •  Je hebt altijd een aanleiding, doel, reden, probleem of vraag als je observeert.
  • Je kunt oorzaken en achtergronden over de geobserveerde persoon en zijn gedrag achterhalen.
  • Je wilt zo snel mogelijk problemen of stoornissen ontdekken.
  • Je ziet een evolutie in het gedrag.
  •  Je kunt beter informatie doorgeven aan derden.

Slide 2 - Slide

Fiemke lijkt niet geïnteresseerd in de lessen MAWE. Ze zwijgt vaak, maar als je haar een vraag stelt, kan ze wel antwoorden.
A
Je kunt beter informatie doorgeven.
B
Je kunt oorzaken en achtergronden over de geobserveerde persoon en zijn gedrag achterhalen.
C
Je wilt iets te weten komen over een persoon.
D
Je ziet een evolutie in het gedrag.

Slide 3 - Quiz

Milan doet tijdens de les lo niet goed mee.
Wanneer mevrouw Cocquart naar de reden
vraagt, geeft hij toe dat hij hoogtevrees heeft en
niet op het klimrek durft te klimmen.
A
Je kunt beter informatie doorgeven.
B
Je kunt oorzaken en achtergronden over de geobserveerde persoon en zijn gedrag achterhalen.
C
Je wilt iets te weten komen over een persoon.
D
Je wilt zo snel mogelijk problemen of stoornissen ontdekken.

Slide 4 - Quiz

Kamil zit vooraan in de klas. Sindsdien zijn zijn
resultaten veel beter.
A
Je kunt beter informatie doorgeven.
B
Je kunt oorzaken en achtergronden over de geobserveerde persoon en zijn gedrag achterhalen.
C
Je wilt iets te weten komen over een persoon.
D
Je ziet een evolutie in het gedrag.

Slide 5 - Quiz

Fleur is juf van het eerste leerjaar. Op het einde
van het schooljaar overloopt ze met haar collega
van het tweede leerjaar alle leerlingen.
A
Je kunt beter informatie doorgeven.
B
Je kunt oorzaken en achtergronden over de geobserveerde persoon en zijn gedrag achterhalen.
C
Je wilt iets te weten komen over een persoon.
D
Je ziet een evolutie in het gedrag.

Slide 6 - Quiz

Donatella let de laatste tijd niet goed op in de
klas en is erg stil. Als de leerkracht haar
aanspreekt, vertelt ze dat ze zich zorgen maakt.
Haar mama is ernstig ziek.
A
Je kunt beter informatie doorgeven.
B
Je kunt oorzaken en achtergronden over de geobserveerde persoon en zijn gedrag achterhalen.
C
Je wilt iets te weten komen over een persoon.
D
Je wilt zo snel mogelijk problemen of stoornissen ontdekken.

Slide 7 - Quiz

Hoe stel ik een observatieplan op
Stel een onderzoeksvraag op. Een onderzoeksvraag is steeds geformuleerd als een vragende zin. 

Slide 8 - Slide

Hoe stel ik een observatieplan op
Verzamel belangrijke gegevens voor de observatie.
  • Identificatiegegevens (fysiek, mentaal, familiaal, administratief, ..)
  • Tijdstip, ruimte en observatoren bepalen

Slide 9 - Slide

Hoe stel ik een observatieplan op
Bepaal de observatiemethode.

Slide 10 - Slide

Duid de meest volledige onderzoeksvraag aan.
A
Hoe vaak drinkt Seppe (87 jaar)?
B
Hoe vaak drinkt Seppe (87 jaar) koffie of water tijdens de hete zomerdag van 3 augustus 2023 in het woonzorgcentrum?
C
Drinkt Seppe(87 jaar) voldoende tijdens de hete zomerdag van 3 augustus 2023 in het woonbzorgcentrum?

Slide 11 - Quiz

Kruis de identificatiegegevens aan

Slide 12 - Slide

Karim (13 jaar) zijn papa heeft net zijn baan verloren. Hierdoor zit papa hele dagen thuis en loopt hij chagrijnig rond. Het verlies van inkomen voelt het gezin ook wanneer ze naar de supermarkt gaan. Karim kan niet meer kiezen voor zijn favoriete ontbijtgranen en ook alle andere extraatjes zijn weggevallen.
A
fysieke gegevens
B
mentale gegevens
C
familiale gegevens

Slide 13 - Quiz

Marin (15 jaar) voelt zich helemaal niet goed in haar vel. Telkens als ze in de spiegel kijkt, heeft ze het gevoel dat er een olifant naar haar terugstaart. Ze vindt haar billen veel te dik en vol met cellulitis, haar buik is te rond en haar borsten, net die, zijn veel te klein. Had ze ook maar zo'n lichaam als Joke uit haar klas.
A
fysieke gegevens
B
mentale gegevens
C
familiale gegevens

Slide 14 - Quiz

Guus (15 jaar) loopt op krukken. Tijdens het snowboarden in een indoorpiste is hij met volle kracht tegen een ander persoon geknald. Daardoor zijn de ligamenten in zijn knie gescheurd.
A
fysieke gegevens
B
mentale gegevens
C
familiale gegevens

Slide 15 - Quiz

Duid de juiste stelling aan.
Nancy (39 jaar) is verzorgster in het woon-zorgcentrum. Ze zit tussen de bewoners tijdens het vieruurtje. Vandaag is het tiramisu. Nancy ziet dat de hand van Tine (78 jaar) bibbert bij het uitlepelen van het dessert. Nancy vraagt haar of Tine misschien graag heeft dat ze haar helpt. Tine weigert. Ze bibbert dan wel, maar wil niet gevoederd worden als een baby.
A
De geobserveerde Tine weet niet dat zij geobserveerd wordt.
B
Er is hier geen sprake van een observatie
C
De geobserveerde Tine weet dat zij geobserveerd wordt.

Slide 16 - Quiz

onderzoeksvraag
Observatiemethode
Observatieplan
Identificatiegegevens
Wie, wat, waar, wanneer, waarom in vragende zin
Je observatie kan gebeuren met of zonder het medeweten van de geobserveerde persoon. De observator kan deelnemen aan de activiteit of ervoor kiezen dat niet te doen.
Een methode waarbij je een aantal fasen doorloopt om op die manier je observatie op een kwalitatieve manier te organiseren en uit te voeren.
Fysieke, mentale en familiale gegevens over een te observeren persoon.

Slide 17 - Drag question

Maak oefening 1 + oef 2 op p27-28-29

Slide 18 - Slide