Les 1.4 15 sep
1 / 21
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
wie / wat
onderwerp
doet
werkwoorden
wat / wie
meew. / lijd. voorwerp
waar
plaats
wanneer
tijd
Karen
is reading
a comic book
in her room
right now
Slide 6 - Drag question
wie / wat
onderwerp
doet
werkwoorden
wat / wie
meew. / lijd. voorwerp
waar
plaats
wanneer
tijd
ran
last year
in New York
I
a marathon
Slide 7 - Drag question
wie / wat
onderwerp
doet
werkwoorden
wat / wie
meew. / lijd. voorwerp
waar
plaats
wanneer
tijd
the dishes
is doing
at the moment
Thomas
Slide 8 - Drag question
wie / wat
onderwerp
doet
werkwoorden
wat / wie
meew. / lijd. voorwerp
waar
plaats
wanneer
tijd
is watching
TV
Jill
upstairs
Slide 9 - Drag question
wie / wat
onderwerp
doet
werkwoorden
wat / wie
meew. / lijd. voorwerp
waar
plaats
wanneer
tijd
met
in a bar
him
Peter
last year
Slide 10 - Drag question
Do you feel like you understand the word order in English?
😒🙁😐🙂😃
Slide 11 - Poll
Slide 12 - Slide
banana
A
a
B
an
Slide 13 - Quiz
hour
A
a
B
an
Slide 14 - Quiz
apple
A
a
B
an
Slide 15 - Quiz
university
A
a
B
an
Slide 16 - Quiz
game
A
a
B
an
Slide 17 - Quiz
European
A
a
B
an
Slide 18 - Quiz
strawberry
A
a
B
an
Slide 19 - Quiz
Do you feel like you understand a/an?
😒🙁😐🙂😃
