begrippen sectortraining Z&D proeve maaltijd verzorgen in gezamenlijke ruimte

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Waar gingen de
vorige lessen over?
Noem zoveel mogelijk dingen!

We praten steeds over de proeven.
We bedoelen daarmee de proeven van vaardigheid.
Wat is een proeve van vaardigheid?

Een proeve van vaardigheid is een soort test waarmee je laat zien dat je iets kunt. Welke proeven kun jij allemaal opnoemen?

Doel van vandaag:

Aan het einde van de les kennen we alle begrippen die horen bij de proeve BROODMAALTIJD VERZORGEN VOOR CLIËNTEN IN GEZAMENLIJKE RUIMTE 

Wat moet je altijd doen voordat je aan de slag gaat met een proeve?

1. Haren op een staart doen
2. Sieraden af doen
3. werkkleding aan doen
4. Je moet A en B en C allemaal doen!

1 van de proeven voor het examen is dus VOOR CLIËNTEN EEN BROODMAALTIJD VERZORGEN IN EEN GEZAMENLIJKE RUIMTE. Welke woorden horen hier bij?

Bij elke proeve moet je ergonomisch werken. Wat wordt bedoeld met "ergonomisch werken"?

1. werken op het juiste tijdstip
2. werken met een kromme rug
3. werken in een salon
4. werken in de juiste houding

Wat betekent FIFO?

1. Foefjes in Fiets Onderdelen
2. Fast in Food Options
3. First in First out
4. Food is For Others

En wat betekent First in First Out dan?
let op: er zijn twee goede antwoorden

1. De producten die je het eerst hebt gekocht, gebruik je het laatst
2. De producten die je het eerst hebt gekocht,gebruik je ook het eerst
3. de producten die je het laatst hebt gekocht, gebruik je het eerst
4. de producten die je het laatst hebt gekocht, gebruik je ook het laatst

hoe kun je ervoor zorgen dat je werkt volgens het FIFO-systeem?
Let op: er zijn twee goede antwoorden

1. Je controleert regelmatig de houdbaarheidsdatum
2. Je zet nieuwe producten achteraan in de koelkast of kast
3. je vertrouwt erop dat het vanzelf wel goedkomt
4. Anderen houden dit in de gaten voor jou

Wat zet je allemaal op tafel als je de tafel dekt in een gezamenlijke ruimte?

bord, bestek (mes lepel vork theelepel), kopjes glazen, boter, brood, beleg, koffiemelk, suiker

Als iedereen op zijn plaats zit, dan....

1. schenk je koffie/thee/melk in
2. informeer je of alles naar wens is
3. wens je iedereen smakelijk eten
4. doe je A en B en C!

Weet je hoe je het bestek moet neerleggen?

😒🙁😐🙂😃

Weet jij wat fifo betekent?

😒🙁😐🙂😃

Kun jij aan de houdbaarheidsdatum zien of je een product nog kunt eten?

😒🙁😐🙂😃

Weet je hoe je koffie moet zetten?

😒🙁😐🙂😃

Weet je wat tht betekent??

😒🙁😐🙂😃

Weet je hoe je verse producten in de koelkast ordent?

😒🙁😐🙂😃

Weet je hoe het heet als je ervoor zorgt dat etenswaren die je het eerst hebt gekocht ook als eerste gebruikt?

😒🙁😐🙂😃

Ken je alle begrippen die horen bij
MAALTIJD VERZORGEN VOOR EEN CLIËNT IN EEN GEZAMENLIJKE RUIMTE?

😒🙁😐🙂😃

Het doel was: alle begrippen kennen die horen
bij de proeve MAALTIJD VERZORGEN VOOR EEN
CLIËNT IN EEN GEZAMENLIJKE RUIMTE.
Is dat gelukt?

De volgende les gaan we nog een paar dingen van vandaag herhalen, en kun je nog vragen hierover stellen.

We gaan daarna ook een andere proeve behandelen