Literatuur in de renaissance
In de renaissance werd in alle kunstvormen teruggegrepen naar de klassieke oudheid (500 voor. Chr. - 500 na Chr.)
De klassieke literatuur werd in drie fases als voorbeeld gebruikt:
- Translatio: letterlijke vertaling van het klassieke voorbeeld;
- Imitatio: navolging; het klassieke werk werd aan de huidige tijd aangepast;
- Aemulatio: overtreffen; er werd getracht het klassieke voorbeeld te 'verbeteren'
Door eerst te vertalen, vervolgens het zelfstandig na te volgen van klassiek werk werd gehoopt om de klassieke kunstenaar te overtreffen.