Week 41 - Les 1

Bonjour tout le monde
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour tout le monde

Slide 1 - Slide

Programme d'aujourd'hui

  • Corriger les devoirs
  • Inhoud van de toets
  • Korte lessenup herhaling Futur + bez. vnw (zs)
  • Faire des exercices

Slide 2 - Slide

Corriger les devoirs
  • Prends un stylo rouge/autre couleur
  • Corriger ex. 5 et 6 (CD'E p. 74 + 75)

Slide 3 - Slide

Test unité 4
  •     Leesvaardigheid
Leesteksten over het onderwerp van unité 4 (de toekomst, toekomstige ontwikkelingen)
   
  • Grammatica 
  1. Futur simple, regelmatige werkwoorden + avoir, etre, faire, aller) - LD'E p. 72
  2. Bezittelijk voornaamwoord als zelfstandig gebruik - LD'E p. 73

  •     Vocabulaire unité 4 - LD'E p. 111 + 112

  • Je moet ook zinnen kunnen maken met de woorden en grammatica 
(hoe zeg je in het Frans dat...)

Slide 4 - Slide

Onregelmatige werkwoorden hebben ______ als voorstukje voor de futur.
A
hun eigen vorm
B
het hele werkwoord
C
geen
D
de eerste letter

Slide 5 - Quiz

Regelmatige werkwoorden hebben ______ als voorstukje voor de futur.
A
hun eigen vorm
B
het hele werkwoord
C
geen
D
de eerste letter

Slide 6 - Quiz

Hoe vorm je de futur van het werkwoord avoir?
A
av + uitgangen
B
aur + uitgangen
C
avoir + uitgangen
D
au + uitgangen

Slide 7 - Quiz

Hoe vorm je de futur van het werkwoord être?
A
ser + uitgangen
B
serr + uitgangen
C
êt + uitgangen
D
être + uitgangen

Slide 8 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans dat je een groot huis zal hebben.

Slide 9 - Open question

Hoe vorm je de futur van het werkwoord faire?
A
fe + uitgangen
B
faire + uitgangen
C
fair + uitgangen
D
fer + uitgangen

Slide 10 - Quiz

Hoe vorm je de futur van het werkwoord parler?
A
parler + uitgangen
B
par + uitgangen
C
parl + uitgangen
D
parle + uitgangen

Slide 11 - Quiz

Vervang wat tussen haakjes staat.
C'est _________ (sa maison)
A
la mienne
B
la sienne
C
la nôtre
D
la vôtre

Slide 12 - Quiz

Wat is belangrijk om te weten wanneer je een woord gaat vervangen door een pronom possessif?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Of het woord dat je gaat vervangen ml., vl. of mv is.
B
Of het woord dat je gaat vervangen een bijvoeglijk naamwoord is.
C
Wat het werkwoord betekent.
D
Welke betekenis je moet vertalen van het woord.

Slide 13 - Quiz

Ça c'est notre chien. Où est ______ (die van jullie)?
A
les vos
B
le vôtre
C
la tienne
D
le tien

Slide 14 - Quiz

Au travail

  • Après tu fais: "teste tes connaissances!" - LD'E page 81
  • Begin alvast met leren - bijvoorbeeld een samenvatting maken


Mag je vragen stellen?

Slide 15 - Slide