Gereedmaken van medicatie (eventueel: malen)
- Maak de medicijnen klaar volgens de geldende voorschriften.
- Werk geconcentreerd en zorg dat je niet gestoord wordt bij het gereedmaken van medicatie.
- Zoveel mogelijk werken vanuit GDS
Kan dit niet; herkenbaar houden tot bij zorgvrager
Klaarzetten, aanreiken, toedienen
- Evt. afspraken over manier van toediening maken met zorgvrager (Hulp of niet?)
- Afspraken vastleggen in zorgdossier
- Aftekenen op toedienlijst
- Observatie of afspraken nog steeds gelden zoals is vastgelegd
Wijzigen medicatie
- Wijzigen alleen door voorschrijver
- Niet zelf als zorgverlener de medicatie aanpassen op med. lijst
Controleren, toedienen en registreren
VOORBEREIDING
- als je bekwaam bent, ben je bevoegd medicijnen toe te dienen.
- op basis van een door de apotheek aangeleverde actuele toedienlijst.
- Wees bij het toedienen extra alert op losse medicatie, ‘zo nodig’ medicatie, wijzigingen in medicatie en medicatie op afwijkende tijden.
- Voor medicatie in snel wisselende hoeveelheden wordt vaak, naast de toedienlijst, gewerkt met aparte kaarten waarop de hoeveelheid staat, bijvoorbeeld een insulinekaart.
- Werk bij een voorbehouden en risicovolle handeling (bijvoorbeeld injectie) op basis van een schriftelijke opdracht (uitvoeringsverzoek) van de arts.
- Observeer voor toediening de situatie van de cliënt: is er iets bijzonders aan de hand wat reden is om niet de medicatie te geven en met een arts te overleggen?
CONTROLEREN
- Controleer bij losse medicatie: juiste cliënt, juiste medicijn, juiste hoeveelheid, juiste tijd, juiste vorm.
- Controleer bij medicatie in medicatierol: klopt het aantal tabletten, komt de tekst op het etiket van het zakje (bij GDS) overeen met de gegevens van de toedienlijst.
- Neem bij onjuiste inhoud van GDS en bij twijfel altijd contact op met apotheek en/of arts volgens afspraken binnen de organisatie.
- Zorg waar nodig voor dubbele controle volgens de afspraken binnen de organisatie.
TOEDIENEN EN REGISTRATIE
- Dien de medicatie toe zoals voorgeschreven.
- Na toedienen (of aanreiken of klaarzetten, wat is afgesproken), teken je op de toedienlijst af per medicijn (ook bij GDS) dat je die handeling hebt gedaan. - - De paraaf moet duidelijk naar de medewerker te leiden zijn, bijvoorbeeld door eerste letter van voor- en achternaam.
- Geef aan als de medicatie niet is toegediend of ingenomen. Doe dit op de manier die is afgesproken met elkaar in de organisatie. Geef ook het waarom aan (in het zorgdossier).
- Bewaar de toedienlijst conform de afspraken. Maak afspraken over hoe om te gaan met oude toedienlijsten. Er mag geen verwarring bestaan over wat de meest actuele lijst is. Zorg dat er altijd maar één toedienlijst in het dossier van de cliënt aanwezig is. Van oude toedienlijsten moet in één oogopslag duidelijk zijn dat zij niet meer actueel zijn.
- Signaleer en registreer de werking en eventuele bijwerkingen in het zorgdossier.
- Adviseer de cliënt om bijwerkingen te melden aan de arts, of meld het in overleg met de cliënt, zelf.
- Meld incidenten volgens afspraken in de zorgorganisatie. Bespreek en leer van deze incidenten.