VHT Onderzoek 2

1 / 23
next
Slide 1: Slide
OnderzoekHBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat was de juiste onderzoekscyclus?
Probleem
Vraagstelling
Hypothese
Literatuuronderzoek
Praktijkonderzoek
Conclusie en samenvatting
Nieuwe onderzoeksvraag

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

Onderwerp gekozen?
  • Op welke manieren kun je tijdens de muziekles in de bovenbouw creativiteit stimuleren bij kinderen?
• Waartoe en hoe kun je drama inzetten als didactisch middel bij geschiedenis?
• Op welke manieren kun je aansluiten bij de belevingswereld van kinderen uit de middenbouw bij beeldende vorming lessen?
• Wat is de relatie tussen het houden van ritme en de ontwikkeling van grove motoriek bij kinderen in de onderbouw?
• Wat zijn overeenkomsten en verschillen tussen middenbouw en bovenbouw als het gaat om het bevorderen van de taalontwikkeling met behulp van schrijfopdrachten?
• Waartoe en hoe pas je kunstbeschouwing toe in de onderbouw?
• Wat zijn de voor- en tegenargumenten voor het beoordelen van lessen in kunstzinnige oriëntatie op de basisschool?
• Wat is de meerwaarde van het betrekken van de omgeving (de wijk) bij erfgoededucatie?



Slide 5 - Slide

Literatuur zoeken:

Waar heb jij je meegenomen bronnen gevonden?

Slide 6 - Open question

Welke zoekopdracht?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Link

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Beschrijf waarom jouw bron valide (betrouwbaar) lijkt te zijn, of juist waarom niet.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Vuistregels bij algemene structuur.
1. Zorg dat de titel van je verslag duidelijk aangeeft waarover je tekst gaat.
 
2. Zorg dat de kopjes in je verslag goed de inhoud weergeven van wat je daaronder gaat bespreken.
 
3. Zorg voor een duidelijke structuur in je tekst door duidelijk te maken (1) wat het onderwerp is, (2) wat de centrale vraagstelling is, en (3) wat het antwoord daarop is.
 
4. Geef duidelijk aan wat je centrale vraagstelling is en zorg dat deze specifiek genoeg geformuleerd is.
 
5. Behandel één onderwerp per alinea.
 
6. Benut de belangrijkste posities in de alinea om je structuur duidelijk te maken.

7. Maak alinea’s niet te kort of te lang.

Slide 19 - Slide

Voor artikel relevant.
- Inleiding met een pakkende opening (bijv. waarom interesseert dit onderwerp jou, eventueel met een koppeling naar de stage) en vraagstelling;

- Theoretisch kader (bronnen uitdiepen en vergelijken)

- Conclusie (antwoord op de vraag)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Vuistregels refereren, parafraseren en citeren.
1. Geef zo vroeg mogelijk aan wanneer je een publicatie van iemand anders aanhaalt.
 
2. Refereer niet te vaak en niet te weinig.
 
3. Neem tekst van anderen niet letterlijk over, maar maak goede parafrases die alle essentiële informatie van de oorspronkelijke bron bevatten.
 
4. Zorg ook bij Engelse bronnen dat je een goede parafrase maakt.
 
5. Vermijd onnodig gebruik van intellectuele woorden of leenwoorden.
 
6. Gebruik alleen citaten wanneer deze echt iets toevoegen.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide