This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Bedplassen: tot 5 jaar is het normaal dat kinderen bedplassen. Als het vanaf 5 jaar nog voorkomt moet men uitzoeken wat er scheelt.
Een kleuter krijgt elke dag verschillende woedebuien waarin hij alles overhoop gooit.
Een kind vertoont een ganse reeks aan symptomen zoals vloeken, stelen, liegen én stampen.
Stelen zal duidelijk maken dat er iets schort, terwijl morsen aan tafel een veel minder duidelijk signaal is.
Een kind dat groot verdriet heeft bij het overlijden van een familielid is een normale reactie.
Een meisje van islamitische afkomst raakt steeds in conflict met haar ouders omdat ze na school thuis moet komen helpen en niet met haar vrienden mag blijven rondhangen.
Enkel thuis stelt een puberend meisje zich verbaal agressief op naar haar mama toe. Op school en bij de scouts wordt dit gedrag niet opgemerkt.
Een jongere moest verhuizen naar een andere instelling. Sindsdien luistert hij niet meer naar zijn opvoeders.
Adequaat of afwijkend volgens leeftijd en geslacht?
Ernst en frequentie van de symptomen.
Hoe uitgebreid is de stoornis?
Welk symptoom is het?
Zijn er speciale levensomstandigheden?
De socio-culturele setting.
Is het probleemgedrag situatie-specifiek?
In welke mate is er een gedragsverandering opgetreden?
Slide 3 - Drag question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
https:
Slide 6 - Link
https:
Slide 7 - Link
Risicofactoren
Slide 8 - Mind map
Slide 9 - Slide
Welke uitspraak over de oorzaak van gedragsproblemen is FOUT?
A
Gebrek aan warmte en sensitiviteit in het gezin in een risicofactor
B
De sociale steun rond het kind en het gezin heeft geen invloed
C
Een positieve relatie met klasgenoten is een beschermende factor
D
Traumatische ervaringen kunnen invloed hebben
Slide 10 - Quiz
Juist of fout? Gedragsstoornissen zijn altijd externaliserend probleemgedrag
A
Juist
B
Fout
Slide 11 - Quiz
Wat behoort NIET tot de vier vormen van gedragsproblemen?
A
Lichte tijdelijke problemen als reactie op een nieuwe situatie
B
Ernstige gedragsproblemen/ gedragsstoornissen
C
Leeftijds- of fasegebonden problemen
D
Problemen in de opvoeding
Slide 12 - Quiz
Meisjes stellen eerder internaliserend probleemgedrag en jongens eerder externaliserend probleemgedrag.
A
Juist
B
Fout
Slide 13 - Quiz
Welke factor is GEEN beschermende factor bij het ontstaan van gedragsproblemen?
A
Positieve relatie leerkracht-leerling
B
Laag inkomen
C
Realistische verwachtingen
D
Makkelijk temperament
Slide 14 - Quiz
Om te bepalen of een gedrag een probleem is, kan men niet slechts op één criteria beoordelen.
A
Juist
B
Fout
Slide 15 - Quiz
Wat is GEEN criteria om te bepalen of een gedrag normaal is?
A
De opvoeding van het kind
B
Adequaat of afwijkend volgens leeftijd of geslacht?