5.10 Woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 5
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.	Lesdoel (+ minicheck)
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie + afsluiting

1. Lesopening

Pak je boek van Nederlands met je schrift, laat het boek nog even dicht. 

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Zelfstandig leren

- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 

Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

???

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

???

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

???

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les; 

- Begrijp je de betekenis van schooltaalwoorden 

- Begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit leesteksten

- weet je dat mensen in verschillende situaties verschillende soorten taal gebruiken. 

Verdiept arrangement:

Namen lln. 

Huiswerk noteren + maken:

Les: 5.10

blz.: 226 t/m 228

opdr.:1 t/m 5 (-3)

Minicheck

Beantwoord de volgende vragen! Onthoud hoeveel je er goed hebt. 

De burgemeester heeft BEVESTIGD dat het Koningsfeest niet doorgaat.
BEVESTIGD =

1. anders dan
2. opmerking over wat fout is
3. iets wat echt gebeurd is
4. gezegd dat het waar is

Justin heeft een CONFLICT met zijn moeder.
CONFLICT =

1. de reden die iemand geeft
2. meestal
3. ruzie
4. zegt dat het niet waar is

De anderen zijn nog niet klaar, maar ik ben REEDS bezig met rondjes rennen.
REEDS =

1. al
2. voor nu
3. uitleg geven
4. goede redenen

Wie maakt wat:

3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:

les 5.10 blz. 226 t/m 228 opdr. 1 t/m 5 (-3)

De rest doet mee met de instructie.

4. Instructie

Luister goed naar de instructie van de juf! 

Stappenplan moeilijke woorden

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Lees en maak les 5.10 blz. 226 t/m 228 opdr. 1 t/m 5 (-3)

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 

Niels; laptop pakken om voorleesfunctie te krijgen. 

6. Zelfstandig werken

Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:

V: les 5.10 blz. 226 t/m 228 opdr. 1 t/m 5 (-3)

B: les 5.10 blz. 226 t/m 228 opdr. 1 t/m 5 (-3)

I: les 5.10 blz. 226 t/m 228 opdr. 1 t/m 5 (-3)

Ben je klaar?

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toets / lezen / woordzoeker. 

7. Evaluatie

- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 

Aan het eind van deze les:

- Begrijp je de betekenis van schooltaalwoorden 

- Begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit leesteksten

- weet je dat mensen in verschillende situaties verschillende soorten taal gebruiken. 

Ik begrijp de betekenis van verschillende woorden uit leesteksten.

0100

Ik begrijp de betekenis van verschillende schooltaalwoorden

0100

Ik begrijp dat mensen in verschillende situaties verschillende soorten taal gebruiken.

0100

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................