4.3 Radioactief verval - deel 2

Radioactief verval
Hoofdstuk 4
Paragraaf 3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Radioactief verval
Hoofdstuk 4
Paragraaf 3

Slide 1 - Slide

Planning
Leerdoelen
Huiswerk bespreken
Uitleg
Oefenen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je leert wat de halfwaardetijd is. 

Slide 3 - Slide

Leg uit wat het doordringend vermogen is.

Slide 4 - Open question

Leg uit wat het ioniserend vermogen is.

Slide 5 - Open question

Huiswerk bespreken
Hoofdstuk 4
Paragraaf 3

Opgaven: 51 t/m 55

Slide 6 - Slide

Halfwaardetijd
Zilver-110 is een radioactieve bron die bètastraling uitzendt. 

De hoeveelheid radioactief zilver wordt na verloop van tijd steeds kleiner.

Hoe lang het duurt dat nog de helft van de radioactieve stof over is, noemen we de halfwaardetijd. 

Slide 7 - Slide

Halfwaardetijd
Binas tabel 32 

Een ander woord voor halfwaardetijd is halveringstijd. 

Je vindt hier ook uit welke soort(en) straling een stof bestaat.

Slide 8 - Slide

Wat is de halfwaardetijd van aluminium-28?

Slide 9 - Open question

Uit welke soort straling bestaat aluminium-28?

Slide 10 - Open question

Wat is de halfwaardetijd van koolstof-14?

Slide 11 - Open question

Uit welk soort straling bestaat stikstof-14?

Slide 12 - Open question

Wat is de halfwaardetijd van koper-64?

Slide 13 - Open question

Uit welk soort straling bestaat koper-64?

Slide 14 - Open question

Halfwaardetijd
Na iedere halfwaardetijd is het aantal radioactieve kernen nog maar de helft. 

Halfwaardetijd zilver-110 is 24 seconden.
Je hebt 1000 mg radioactief zilver-110.


tijd (s)
0
24
48
72
hoeveelheid (mg)
1000
500
250
125

Slide 15 - Slide

Je hebt 500 mg jood.
Jood-131 heeft een halfwaardetijd van 8 dagen.
Hoeveel mg jood heb je nog na 24 dagen?

Slide 16 - Open question

Maakwerk
Hoofdstuk 4
Paragraaf 3
Opgaven: 58 t/m 65

Slide 17 - Slide