1.5 Ontwikkeling van gedrag

Nectar H1 Gedrag
Deze les: 
- §1.5 Ontwikkeling van gedrag
- Afronden PO Gedragsonderzoek -> volgende les inleveren!

Maar eerst... Is het huiswerk af?
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Nectar H1 Gedrag
Deze les: 
- §1.5 Ontwikkeling van gedrag
- Afronden PO Gedragsonderzoek -> volgende les inleveren!

Maar eerst... Is het huiswerk af?

Slide 1 - Slide

§1.2 Prikkels
Je kan het verschil tussen inwendige en uitwendige prikkels uitleggen 

Je kan uitleggen wat de invloed is van motivatie op prikkels en gedrag 

Je weet wat een sleutelprikkel en supernormale prikkels is

Je kan het verschil uitleggen tussen aangeleerd en aangeboren gedrag

Slide 2 - Slide

§1.3 Conflictgedrag
Je herkent verschillende vormen van conflict gedrag

Slide 3 - Slide

Gedrag wordt veroorzaakt door?
A
inwendige prikkels
B
uitwendige prikkels
C
zowel inwendige als uitwendige prikkels

Slide 4 - Quiz

Er zijn haaiensoorten die altijd agressief gedrag vertonen als ze bloed in het water waarnemen. Wat is bloed voor deze haaien op dat moment?
A
een inwendige prikkel
B
een respons
C
een sleutelprikkel
D
een supranormale prikkel

Slide 5 - Quiz

Wanneer jonge pimpelmezen een wormpje zien sperren ze gelijk hun bekjes open. Wat voor prikkel is dit?
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel
D
Reflex

Slide 6 - Quiz

Om gedrag uit te voeren heeft een dier prikkels nodig. Dit kunnen inwendige prikkels zijn of uitwendige. Wat is een INWENDIGE prikkel?
A
Nest maken voor jongen op komst
B
Een muis ziet een kat

Slide 7 - Quiz

Wanneer wordt bepaald gedrag getoond?
A
Als prikkels boven de drempelwaarde uit komen
B
Bij een sterkte discipline
C
Bij gebrek aan motivatie
D
Als prikkels onder de drempelwaarde blijven

Slide 8 - Quiz

Lichtreceptoren in je oog kunnen ook impulsen versturen bij druk. Druk maar eens op je oog. Is de drempelwaardevoor niet-adequate prikkels hoger of lager?
A
Hoger
B
Lager

Slide 9 - Quiz

Wat is 'motivatie'?
A
Dat een bepaalde prikkel binnenkomt
B
Bereidheid om te reageren op een prikkel

Slide 10 - Quiz

Wanneer een kip liever op een groot kalkei gaat zitten en haar eigen eieren koud laat worden, is het grote kalkei een...
A
sleutelprikkel
B
supernormale prikkel
C
motivatieprikkel
D
inwendige prikkel

Slide 11 - Quiz

§1.5 Ontwikkeling van gedrag
Je herkent aangeboren en aangeleerd gedrag (§1.2).

Je herkent verschillende vormen van leergedrag bij mensen (en dieren). 
Je herkent waarden en normen van menselijke gedrag. 

Je herkent klassieke en operante conditionering (§1.3) 



Slide 12 - Slide

Aangeboren gedrag

Gedrag dat niet geleerd hoeft te worden, zoals reflexen of erfelijk gedrag (responsen op sleutelprikkels)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Aangeleerd gedrag
Hoe leren dieren en mensen? 
  1. Inprenten
  2. Imiteren
  3. Trail & Error
  4. Conditioneren: klassiek en operant 
  5. Inzichtelijk leren
  6. Gewenning

Slide 15 - Slide

Inprenten
Onbewust leren in een gevoelige periode waarbij het geleerde wordt niet meer vergeten. 

Voorbeeld bij mensen: een taal leer je het beste tussen je 2e en 10e levensjaar. Een vreemde taal leer je dus sneller in de kleutertijd, dan op de middelbare school!



Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Imiteren
Leren door het gedrag van andere soortgenoten na te doen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Trial & Error
Proefondervindelijk leren, dus leren door vallen en opstaan!

En door oefenen gaat het steeds beter :)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Conditioneren
Leren door een verband te leggen tussen gedrag en beloning

Klassiek of operant

Slide 22 - Slide

Klassieke conditionering
Een prikkel veroorzaakt bepaald gedrag dat oorspronkelijk niet door die prikkel werd veroorzaakt 

Dit komt doordat een neutrale prikkel wordt gekoppeld aan een prikkel die een reflex oproept

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Klassieke conditionering - verband tussen twee verschillende prikkels (associatief leren)

Slide 25 - Slide

Operante conditionering
Leren door het effect/de gevolgen van bepaald gedrag

Het gewenste gedrag wordt bekrachtigd door beloning of het ongewenste gedrag wordt afgeleerd door straf

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Overzicht conditionering

Slide 28 - Slide

Inzicht
Leren door een oplossing te bedenken zonder dat dit is voorgedaan of zonder lukraak proberen.

Bijvoorbeeld wiskunde vraagstukken oplossen!

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Gewenning
De respons op een prikkel neemt af bij herhaaldelijke toediening van een prikkel (drempelwaarde verhoogt). 

Slide 31 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 32 en 34 van §1.2, opdracht 43 t/m 47 van §1.3, opdracht 51 van §1.4 en opdracht 62 t/m 65 van §1.5

Slide 32 - Slide

Cultuur
Verschillend gedrag in verschillende groepen van dezelfde soort. 

Ook man/vrouw rolpatronen zijn cultuur (dus aangeleerd)

Slide 33 - Slide

Normen en waarden
Waarden: een opvatting over wat belangrijk is. Bijvoorbeeld: eerlijkheid.

Normen: gedragsregels die gebaseerd zijn op waarden. Bijvoorbeeld: niet stelen, niet liegen, niet spieken, niet valsspelen

Soms botsen normen, bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting en geen discriminatie.

Slide 34 - Slide

Laatste check PO Gedragsonderzoek

Wat moet je allemaal inleveren? Heb je dat ook allemaal gemaakt? Onderzoek naar het dier in het wild in orde? 

Nu tijd om alles af te maken!
  • Woensdag 22 maart 23:59 uur inleveren via Classroom 
  • Donderdag 23 maart meenemen in mapje

Slide 35 - Slide