H2 Beeldspraak

Metonymie

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Metonymie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

'De golven aaien de zwemmers'.
Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Metonymie

Slide 5 - Quiz

Welke vorm van beeldspraak herken je?

Die glimlach van je, alsof een parkiet over je gezicht klimt ...
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 6 - Quiz

'Zij is net een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymie
C
metafoor
D
personificatie

Slide 7 - Quiz

'Mijn hart maakte een sprongetje.'
Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymia
D
vergelijking

Slide 8 - Quiz

Welke vorm van beeldspraak?
Ze praat als een kip zonder kop.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 9 - Quiz

De maan bespiedde ons vanuit de hemel.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Beeldspraak

Slide 10 - Quiz

'Die Rembrandt vind ik mooier dan die Van Gogh.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymie
C
metafoor
D
personificatie

Slide 11 - Quiz

'Geef mij nog maar een glaasje. Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Leerdoel behaald?
A
Ja, dat denk ik wel
B
Een beetje
C
Niet echt
D
Nee, nog niet

Slide 14 - Quiz