This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Nederlands
Week 16 - woordenschat Hoofdstuk 6
VWO
Slide 1 - Slide
Doel van deze les:
Je leert de afbeelding of illustratie bij een tekst te gebruiken om de betekenis van een woord te raden.
Slide 2 - Slide
Doel van deze les:
Je leert de afbeelding of illustratie bij een tekst te gebruiken om de betekenis van een woord te raden.
Slide 3 - Slide
Lees nu tekst 1 blz. 175
- Bekijk de afbeeldingen ook goed
- maak daarna de vragen die volgen
Slide 4 - Slide
Sleepvraag. Sleep het juiste woord naar de juiste betekenis.
ziekteverschijnselen
geestelijke aandoening
beslist
erg pijnlijke en
vervelende toestand
opwelling
in bedwang houden
ontspanning
van beide kanten
vaststelling van een
ziekte door onderzoek
mooier voorstellen
dan het in werkelijkheid is
dwanggedachte
kwelling
stoornis
diagnose
symptomen
wederzijds
afleiding
obsessie
beteugelen
idealiseren
impuls
geheid
Slide 5 - Drag question
In tekst 1 op blz. 175 staan zes woorden uit andere talen. Zulke woorden noemen we leenwoorden. Een daarvan is 'boost' (zie alinea 5, de tweede zin). Dat komt uit het Engels.
1. Schrijf vijf andere leenwoorden uit tekst 1 op en vermeld uit welke taal de woorden komen. (Gebruik eventueel een woordenboek). 2. Zet ook de betekenis achter die woorden. 3. Zet er ook achter of er een goed Nederlands alternatief is.
Slide 6 - Open question
1. Waarom denk je dat wij leenwoorden gebruiken? 2. En welk bezwaar kunnen we hebben tegen het gebruiken van leenwoorden?
Slide 7 - Open question
Geef van de volgende leenwoorden de betekenis en uit welke taal ze komen: 1. au pair 2. ramadan 3. macho 4. delicatesse
Slide 8 - Open question
Het woord 'tapas' komt uit het
A
Frans
B
Italiaans
C
Portugees
D
Spaans
Slide 9 - Quiz
Het woord 'outlet' komt uit het
A
Engels
B
Italiaans
C
Frans
D
Fins
Slide 10 - Quiz
Het woord 'sowieso' komt uit het
A
Engels
B
Italiaans
C
Frans
D
Duits
Slide 11 - Quiz
Het woord 'pur sang' komt uit het
A
Engels
B
Italiaans
C
Frans
D
Duits
Slide 12 - Quiz
Maak vraag 6 op blz. 177 Geef hier het antwoord
Slide 13 - Open question
Sleepvraag. Sleep de juiste uitdrukking naar de juiste betekenis.