Les 36 bijvoeglijke bepaling Manja

NEDERLANDS
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

NEDERLANDS

Slide 1 - Slide

Welkom terug 
Wat gaan we vandaag doen?
 Bijvoeglijke Bepaling  


Slide 2 - Slide

Leerdoel 

 je leert wat een bijvoeglijke bepaling is en hoe je de bijvoeglijke bepaling herkent in een zin

Waarom een rode fiets? Dat kom straks... 

Slide 3 - Slide

Wat hebben we gedaan?
Hoofdzin: ow en pv direct naast elkaar. Kan niks tussen
Bijzin: ow en pv niet naast elkaar, of er kan wat tussen
 
Nevenschikkend = 2 hoofdzinnen (gelijkwaardig)
Onderschikkend = hoofdzin en bijzin (niet gelijkwaardig)

Verder was belangrijk welk voegwoord: voegt ene zin aan de andere en geeft aan of onder- of nevenschikkend

Slide 4 - Slide

Nu weer verder met grammatica: wat zijn de twee soorten grammatica?

Slide 5 - Open question

Qua zinsdelen benoemen kun je nu benoemen:
Persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde en naamwoordelijk gezegde (je weet wel, met dat koppelwerkwoord)

Lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, voorzetsel voorwerp en bijwoordelijke bepaling.
 

Slide 6 - Slide

Bijvoeglijke bepaling 

Slide 7 - Slide

Wat doet een  bijvoeglijke bepaling?

  1. ‘Voegt’ extra informatie ‘bij’ een zelfstandig naamwoord
  2. Direct voor of achter zelfstandig naamwoord. 
  3. Hoort wel bij het zinsdeel, kan er niet van worden 'losgetrokken' of worden verplaatst in de zin. 

Hoe herken je een zelfstandig naamwoord ook alweer?????



Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Herkennen bijv. bep. stappen:
  1. Zitten er zelfstandig naamwoorden in de zinsdelen?
  2. Staan daar bijvoeglijke naamwoorden of telwoorden voor (of achter)? 
Zo ja, dat zijn de bijvoeglijke bepalingen 
Let op: er kunnen meerdere bijvoeglijke bepalingen staan bij 1 zelfstandig naamwoord: 
Vijf rode fietsen | stonden | bij het hek.

Slide 10 - Slide

Herkennen bijv. bep. let op
  • Kan ook achter het zelfstandig naamwoord . Dan begint het vaak met voorzetsel.  Bijv. " Ik pas vandaag op de stomme hond van mijn tante."  

  • Soms: bijvoeglijke bepaling in bijvoeglijke bepaling

Mijn oma woont in een flat naast de kathedraal van Parijs.


Slide 11 - Slide

Bijvoeglijke bepalingen geven dus extra informatie bij een zelfstandig naamwoord.
Het hoort wel bij redekundig ontleden, maar geeft geen zinsdeel aan maar een zinsdeelstuk
 

Slide 12 - Slide

wat zijn de bijvoeglijke bepalingen in deze zinnen?  
Mijn vijf grote zussen zijn de leukste meiden uit de buurt. 

Een supergoede voetballer uit Denemarken kreeg afgelopen zaterdag een onverwachte hartaanval. 

In Zambia  is een zeldzame heldergroene smaragd van anderhalve kilo gevonden.


Slide 13 - Slide

Dan aan de slag
Maak een goedlopende zin met daarin minimaal drie bijvoeglijke bepalingen.
Je moet de zin redekundig ontleden 
(dus zinsdelen kunnen benoemen)

Slide 14 - Slide

Wat is jouw zin?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide