Introductie + 11.4

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom bij mens en natuur!

mevr. ten Bokkel

blme@nassauvincent.nl

Slide 2 - Slide

Planning van vandaag
Bijpraten
Regels en afspraken
Planning komend jaar
11.4


Slide 3 - Slide

Mijn vakantie

Slide 4 - Slide

Even bijkletsen en elkaar leren kennen!
1. In tweetallen: 
Bespreek met je buurman/buurvrouw wat je in de vakantie hebt gedaan (2 minuten).

2. Klassikaal: 
Vertel kort wat je buurman/buurvrouw in de vakantie heeft gedaan .

Slide 5 - Slide

Afspraken
- Positieve houding
- Respect tonen
- Verantwoordelijkheid nemen
- Veiligheid creëren



Slide 6 - Slide

Dit schooljaar
Wij werken met boeken.

Laptop mee is handig voor:
- oefenvragen tijdens de lessen in LessonUp
- huiswerk controleren
- in sommige gevallen SO's of PW
- andere doeleinden, zoals oefentoetsen en het werken aan verslagen.

H12 (en 11.4 +11.5) Erfelijkheid en evolutie (SO + PW)
H8 Je lichaam werkt (PW in toetsweek)
H9 Gezondheid (PW)
H13 Dieren en planten (SO)
H14 Een duurzame levensstijl
(PW H13 + H14 in toetsweek)

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen dat chromosomen jouw erfelijke eigenschappen bepalen.

Je kunt uitleggen hoe mensen eigenschappen doorgeven via chromosomen.
Je kunt uitleggen dat bepaalde chromosomen het geslacht van een mens bepalen.







Slide 8 - Slide

Erfelijk materiaal
Cel> kern> chromosomen> DNA> gen

Chromosomen = draadachtige structuren, voornamelijk samengesteld uit DNA
DNA = bevat de blauwdruk voor alle erfelijke eigenschappen van een organisme

Elke cel : 23 chromosomenparen; in totaal 46 chromosomen

Genoom = alle chromosomen samen


Slide 9 - Slide

Waarom je op je ouders lijkt
Een cel van 46 chromosomen splitst zich in twee voortplantingscellen.

Voortplantingscellen bevatten 23 chromosomen

Tijdens de bevruchting versmelten de cellen.

Slide 10 - Slide

Een jongen of meisje
Een eicel geeft altijd een X-chromosoom door

 
Een zaadcel geeft een X-chromosoom of een Y-chromosoom door

Slide 11 - Slide

Wat?
Lezen: 11.4 p 146,147. Maken: opdr 1-10
Hoe?
In je werkboek. Je mag fluisterend overleggen. 
Hulp?
Vraag het eerst aan je buurman of buurvrouw. Komen jullie er samen niet uit? Steek je hand op!
Tijd?
10 minuten
Klaar?
Lees 148-150
Opbrengst
11.4 vormt een belangrijke basis voor H12. Goed gedaan!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe eigenschappen op de chromosomen zitten.
Je kunt uitleggen hoe het uiterlijk van een mens bepaald wordt.
Je kunt uitleggen hoe aangeboren aandoeningen ontstaan en hoe deze kunnen worden opgespoord.





Slide 14 - Slide

Egenschappen van chromosomen
Gen = klein stukje van een chromosoom

Allel = verschillende varianten van een gen; ze coderen voor dezelfde eigenschap, bijvoorbeeld het allel voor de oogkleur

Slide 15 - Slide

Erfelijke eigenschappen
Je erfelijke eigenschappen = geërfd van je ouders. Ze worden volledig bepaald door je genen.
Genotype = De informatie die op al je genen.
Fenotype = De fysieke uiting van een eigenschap.

Slide 16 - Slide

Aangeboren aandoeningen
1. Door schadelijke stoffen of ziekteverwekkers
2. Door een fout in het aantal chromosomen in de cellen
3. Vanwege een fout in de structuur van één chromosoom

Slide 17 - Slide

Prenataal onderzoek
Vruchtwaterpunctie= een arts zuigt een beetje vruchtwater met cellen van de foetus uit de baarmoeder.
Vlokkentest = een arts zuigt cellen van de placenta uit de baarmoeder

De chromosomen van de cellen 
worden onderzocht op erfelijke 
aandoeningen

Slide 18 - Slide

Wat?
Maak opdr. 12, 13, 15-17, 21
Hoe?
In je werkboek. Je mag fluisterend overleggen. Als je wilt nakijken vraag je aan je docent of je je laptop mag pakken. 
Hulp?
Probeer er samen met je buurman/buurvrouw uit te komen. Steek je hand op als het samen niet lukt. 
Tijd?
10-15 minuten
Klaar?
Kijk je werk na en maak opdr. 22 en 23
Opbrengst
Je hebt je huiswerk af en nagekeken! Goed gedaan!

Slide 19 - Slide

Afsluiten
Wacht nog even met inpakken, zodat we samen kunnen afsluiten.

Vergeet je als je bel gaat niet om je stoel aan te schuiven?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide