Theoriekaart 7 + praktijkkaart 3

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Instructie voor klaar zitten start les:

• Etui
• Agenda
• Schrift/blaadje (aantek)
• Chromebook ingelogd (lessonup) op tafel 
• KAUWGOM UIT

Periode 2: plant & dier 

Regels

3 A's

Aandacht voor elkaar

Actief meedoen

Als ik praat……

Lesplanning

• Planning
• Theoriekaart 7
• Praktijkkaart 3
• Les afsluiten 

planning aankomende lessen 

Vrijdag 

• Herhaling theorie 
• Bijenhotel afmaken! 

Vandaag 

• Theoriekaart 7
• Praktijkkaart 3 

Let op!

Inleveren bijenhotel 23/01/24

Leerdoelen

• Je benoemt het proces van de evolutietheorie en wat Charles Darwin daarmee te maken heeft.
  
• Je beschrijft waarom natuurlijke selectie een belangrijke factor is in de evolutie en hoe een nieuwe soort ontstaat.
  
• Je benoemt het verschil tussen omnivoren, herbivoren en carnivoren en geeft daarbij aan welke soort kiezen deze groepen dieren hebben.
  
• Je benoemt hoe de vorm van het lichaam is aangepast aan de functie.
  
• Je verklaart waarom poten van een dier zijn aangepast aan de omgeving waarin een dier leeft en gebruikt hierbij de begrippen; topganger, teenganger en zoolganger.
  
• Je verklaart het verschil tussen warm- en koudbloedige dieren en hun aanpassingen die hiermee gepaard gaan.

Aanpassen aan de omgeving 

• Biotoop= meest geschikte omgeving met de beste omstandigheden voor een dier
• Die omgevingsfactoren zijn abiotisch OF biotische factoren 

Evolutie

Evolutie is het proces waarbij soorten ontstaan uit elkaar, alle soorten hebben één gemeenschappelijke voorouder. 

Vragen

• Leg in je eigen woorden uit wat survival of the fittest betekent. 
• Bedenk een ander voorbeeld zoals het filmpje! 

Vragen

• Leg in je eigen woorden uit wat survival of the fittest betekent. 
• Natuurlijke selectie is enorm belangrijk bij evolutie. Bij natuurlijke selectie gaat het om welk organisme het beste is aangepast aan zijn/haar omgeving. De best aangepaste organismen krijgen meer nakomelingen dan organismen met minder gunstige aanpassingen. 
• Bedenk een ander voorbeeld zoals het filmpje! 

Leg in je eigen woorden uit wat het woord survival of the fittest betekent.

Hoe kan een dier zich nog meer aanpassen?

sites.google.com

Praktijkkaart 3 

Praktijkkaart 3 

• Doel: teken een fantasiedier
• Hoe lang: tot
• LET OP!
• Verwerk de volgende punten:
• - manier van voeden
• - vorm poten
• - koudbloedig of warmbloedig

Leerdoelen

• Je benoemt het proces van de evolutietheorie en wat Charles Darwin daarmee te maken heeft.
  
• Je beschrijft waarom natuurlijke selectie een belangrijke factor is in de evolutie en hoe een nieuwe soort ontstaat.
  
• Je benoemt het verschil tussen omnivoren, herbivoren en carnivoren en geeft daarbij aan welke soort kiezen deze groepen dieren hebben.
  
• Je benoemt hoe de vorm van het lichaam is aangepast aan de functie.
  
• Je verklaart waarom poten van een dier zijn aangepast aan de omgeving waarin een dier leeft en gebruikt hierbij de begrippen; topganger, teenganger en zoolganger.
  
• Je verklaart het verschil tussen warm- en koudbloedige dieren en hun aanpassingen die hiermee gepaard gaan.

Planning maken

Donderdag 8 feb start toetsweek 

stilte