2H Talent 1.7 grammatica ww spelling 4 maart 2024

Goeiemorgen klas
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Goeiemorgen klas

Slide 1 - Slide

programma
Warming up
Wat leer je?
Talent 1.7 grammatica
Talent 1.9 Media en onderzoek

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat leer je?
• de zinsdelen persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp.

• het werkwoordelijk gezegde met een wederkerend werkwoord benoemen.

Slide 5 - Slide

Talent 1.7 Grammatica-> werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin.
Isa kocht een broodje kaas.
wg = kocht
Martin heeft een broodje kaas gekocht.
wg = heeft gekocht

Slide 6 - Slide

Splitsbare werkwoorden
terugbrengen, afspreken, napraten (= werkwoord met voorzetsel)
Ik spreek na school met je af.
Het voorzetsel hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde
wg= spreek af

Slide 7 - Slide

En ook:
Ook de woorden te en aan het kunnen bij het werkwoordelijk gezegde horen.
Isa zit in haar stoel te slapen.
wg = zit te slapen
Martin is aan het gamen.
wg = is aan het gamen

Slide 8 - Slide

wederkerend werkwoord
In een werkwoordelijk gezegde kan ook een wederkerend werkwoord zitten.
Zo’n werkwoord heeft in de infinitief het wederkerend voornaamwoord zich bij zich:
zich vergissen, zich gedragen, zich schamen.

Slide 9 - Slide

Let op: het wederkerend voornaamwoord past zich altijd aan het onderwerp aan:

ik vergis me
jij vergist je
hij/zij/het vergist zich, u vergist u/zich
wij vergissen ons
jullie vergissen je
zij vergissen zich

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Aan de slag met de oefeningen uit Talent 1.7

Slide 12 - Slide