H2 - Lezen - Tekstverbanden en signaalwoorden (1)

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

timer
15:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • 15 minuten lezen
  • Start lezen H2
  • Oefenen 
  • Tijd voor huiswerk

Slide 3 - Slide

Reflecteren op de toets
Hoe ging het? 

Slide 4 - Slide

Lezen H2
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Wat is een concluderend verband
A
Conclusie uit eerdere informatie uit de tekst
B
Waarom iemand iets doet of vindt
C
Waardoor iets gebeurt

Slide 7 - Quiz

Wat is een redengevend verband
A
Conclusie uit eerdere informatie uit det tekst
B
Waardoor iets gebeurt
C
Waarom iemand iets doet of vindt

Slide 8 - Quiz

Wat is een oorzakelijk verband?
A
Waarom iemand iets doet of vindt
B
Waardoor iets of iemand iets vindt
C
Conclusie uit eerdere informatie uit de tekst

Slide 9 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij een concluderend verband?
A
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al
B
omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij
C
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij

Slide 10 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij een redengevend verband
A
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij
B
omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij
C
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al

Slide 11 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij een oorzakelijk verband
A
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al
B
omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij
C
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij

Slide 12 - Quiz

Startopdracht maken samen

Slide 13 - Slide

Huiswerk maken

Lezen H2
In je boek: opdracht 1, 2 ,4 en 5
Online: 1, 2, 4 en 7

Slide 14 - Slide