1. Je kunt een feit, mening en argument herkennen.
2. Je kunt jouw mening formuleren en onderbouwen met argumenten aan de hand van het AUB-model.
3. Je kunt een tegenargument bedenken en deze weerleggen
4. Je kunt een pakkende inleiding schrijven
Next step: je weet wat de argumentatiestructuren nevenschikkend en onderschikkend inhouden.