Nederlands Oefentoets spreekwoorden en uitdrukkingen Klas 3

H5 Woordenschat
Spreekwoorden en uitdrukkingen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

H5 Woordenschat
Spreekwoorden en uitdrukkingen

Slide 1 - Slide

Waar of niet waar?

Slide 2 - Slide

Een uitdrukking kun je niet aanpassen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Een uitdrukking of spreekwoord is altijd een vorm van letterlijk taalgebruik.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Spreekwoord of uitdrukking?

Slide 5 - Slide

Niet geschoten is altijd mis.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Geen van beide

Slide 6 - Quiz

Tijdens het zwemmen deed hij zijn best om zijn hoofd boven water te houden om niet te verdrinken.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Geen van beide

Slide 7 - Quiz

Hij laat de kaas niet van zijn brood eten.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Geen van beide

Slide 8 - Quiz

Ik werd steeds van het kastje naar de muur gestuurd.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Geen van beide

Slide 9 - Quiz

Van uitstel komt afstel.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Geen van beide

Slide 10 - Quiz

Ik vind dat je nu van een mug een olifant maakt.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Geen van beide

Slide 11 - Quiz

Men moet het ijzer smeden als het heet is.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Geen van beide

Slide 12 - Quiz